Labels

maandag 20 juni 2016

Aardrijkskunde: het Krijt/losslandschap (Limburg)

Carboon; steenkool, zandsteen, schalie en plooiing
·         Zand, klei en veen veranderden in resp. zandsteen, schalie/kleisteen en steenkool
·         Oorspronkelijk horizontale afzettingen
·         Boven-Carboon, etage: Namurien Excursie Zuid-Limburg Geologie C

Krijt: kalksteen en vuursteen afgezet
·         In Nederland wordt dikke laag kalksteen afgezet
·          Soms 1800 mtr. dik
·          In Zuid-Limburg bovenop geplooide lagen uit Carboon
·          In kalksteen wordt vuursteen gevormd (ontstaat rond neerslag van kiezelzuur; siliciumoxide)
·          Boven-krijt, etage: Maastrichtien
·         Geen botsingen van continenten -> geen orogenese
Situatie eind Krijt Bovenop de geplooide lagen uit het Carboon ligt de kalksteen uit het Krijt.

Tertiair; schiervlakte ontstaat en vuursteen colluvium gevormd
·         2,5 -65 Ma
·         wereldwijd koeler, maar nog steeds subtropisch
·          In Nederland: kustnabije afzettingen (zand en klei)
·          Begin alpiene orogenese; opheffing Zuid-Limburg, actief breuksysteem Noordwest-Europese riftsysteem Excursie Zuid-Limburg Geologie T
·         In Zuid-Limburg: vanwege relatief hogere ligging is verwering/erosie belangrijker dan sedimentatie
·          Sterke verwering in bovenste laag van kalksteen; kalksteen lost op, vuursteen blijft achter; vuursteen eluvium
·          Op sommige plaatsen verdwijnt 70 mtr. Kalksteen
·          Rivieren en beken versnijden kalksteenplateaus; schiervlakte ontstaat

Pleistoceen
·         2,5 milj – 10.000 jaar BP
·         Glacialen en interglacialen wisselen elkaar af
·          6 ijstijden in NL

Glacialen in Nederland
·          slechts 2 x ijsbedekking
·          koud (Tgem juli circa 10°C lager)
·          bevroren bodem (permafrost)
·          schaarse vegetatie (toendra)
·          weinig bodemvorming
·          vlechtende rivieren
·          wisselend debiet, veel grof puin

Pleistoceen; rivierterassen en droge dalen gevormd
·         Kwartair, tijdvak: Pleistoceen
·          10.000 – 2.5 Ma
·          Snelle afwisseling glacialen en interglacialen
·          Daling Noordzee-bekken, opheffing Zuid-Limburg, NoordwestEuropese riftsysteem actief
·          Aan einde van glacialen wordt veel grind en grof zand afgezet in heel Nederland (puinwaaiers)


Asymmetrische droge dalen
·         Smeltwater snijdt diepe dalen in met löss bedekte heuvels (tegenwoordig zichtbaar als droge dalen)  
·         Ongelijke instraling van dalwanden door de zon zorgt soms voor asymmetrische droge dalen
·         Dalwand met meeste zon droogt snelste op en blijft dus het steilst

Löss
·         Afgezet tijdens laatste ijstijd (Weicheslien)
·          Goede waterhuishouding  (Doorlatend, houdt water vast, capillaire werking)
·          Kruimelstruktuur, geen stenen
·          Rijk aan Ca -> goede akkerbouwgrond, eerste bewoning

Holoceen; holle wegen, graften en colluvium ontstaan
·         Kwartair, tijdvak: Holoceen (interglaciaal)
·         Gematigd klimaat
·         Minder verwering kalksteen dan in tertiair
·         Rivier- en beekafzettingen
·         De mens bewoont Zuid-Limburg vanaf ca. 7000 v. Chr.
·          ontbossing hellingen (landbouw)
·          Löss spoelt van hellingen en hoopt zich op in dalen (colluvium)
·         Erosie van omgeploegde en onbedekte löss van akkers -> graften ontstaan
·         droge dalen gebruikt als wegen -> slijtage en erosie -> holle wegen  
·         Steenkool- en kalksteengroeves

Holoceen, Grondgebruik
         Plateaus: afwisselend akkerbouw, fruitteelt en bebouwing (plateaudorpen)
         Steile hellingen: bosbouw
         Flauwe hellingen: afwisselend akkerbouw, fruitteelt en grasland
         Rivierdalen; grasland (nat & overstromingsgevaar)

         Daldorpen net buiten overstromingsvlakte aan begin van de hellingen

1 opmerking: