Samenvatting Wonen in Nederland
|
1 Grote rivieren in Lage Landen
|
|
De hoofdvraag in
dit hoofdstuk is:
Wat zijn oorzaken en gevolgen van het toenemende
overstromingsgevaar van de grote rivieren en welke maatregelen kunnen dit
gevaar beperken?
|
|
1.1 Brede rivieren door oneindig laagland
|
|
Deelvragen
1 Wat
zijn de kenmerkende eigenschappen van de Rijn en de Maas en hun stroomgebied met het oog op
wateroverlast?
2 Welke
ruimtelijke ingrepen aan de rivieren vonden in het verleden plaats en waarom?
|
estuarium
stroomgebied
|
Laaglandrivieren
u Marsman verwijst
naar brede rivieren in laagland, dus met een lage stroomsnelheid. (Rijn, Maas
en zijtak IJssel.) Veel wateren zijn gegraven om scheepvaart en waterafvoer
te verbeteren.
= Eems en
Westerschelde zijn estuaria.
Een
klein deel van Noordoost-Nederland maakt deel uit van het stroomgebied van de
Ems.
Een
deel van de Scheldedelta is onderdeel van het stroomgebied van de Schelde.
|
waterscheiding
lengteprofiel
verval
bovenloop
middenloop
benedenloop
verhang
stroomstelsel
Regel: hoe groter
het verhang, hoe hoger de stroomsnelheid en hoe sterker de erosie is.
|
De Rijn, slagader
van West-Europa
u Twee zijrivieren
ontspringen in de Zwitserse Alpen om samen als Alpenrhein verder te gaan.
Bij
de oorsprong een gletsjerrivier, maar daarna wordt de Rijn al snel een
gemengde rivier.
= Een waterscheiding
is de grens tussen twee stroomgebieden.
De
Rijn is een belangrijke transportader tussen een druk bevaren zee en een
groot en welvarend achterland.
Tweederde
van de rivier en stroomgebied ligt in Duitsland.
=Lengteprofiel
verdeelt de Rijn in bovenloop, middenloop en benedenloop.
¡ Het verval in de
bovenloop is groot è hoge
stroomsnelheid è sterke erosie.
-
Gedeeltelijk gestuwd met sluizen in zijkanaal voor scheepvaart.
-
Tussen Zwarte Woud en Vogezen door een slenk.
¡ Middenloop tussen
Bingen en Keulen.
-
Diepe insnijding door het omhoog geduwde leisteenplateau.
-
Hier en daar vulkanische afzettingen en versmallingen è obstakels voor scheepvaart.
¡ Benedenloop
(Niederrhein) met uiterst gering verhang.
-
De Rijndelta begint vanaf de NL-D-grens è afnemende
stroomsnelheid è toename
sedimentatie.
= Het stroomstelsel
omvat een groot aantal zijrivieren en zijtakken.
De
Moezel is bevaarbaar tot Nancy.
De
Rijn is bevaarbaar tot voorbij Basel.
|
vertragingstijd
|
De Maas, een
grillige rivier
u Ca. 900 km met de
bronnen in Noordoost-Frankrijk è regenrivier.
Een
kleiner stroomgebied dan dat van de Rijn.
= Frans deel:
bevaarbaar vanaf Sedan.
-
Klein stroomgebied met weinig verhang.
-
Veel water zakt daar weg in de poreuze bodem.
= Belgisch deel:
diep ingesneden in slecht doorlatende gesteenten è snelle afstroming van de neerslag en
weinig indringing è een korte
vertragingstijd.
-
Veel reliëf en tal van kleine riviertjes.
-
Een klein stroomgebied, dus veel kans op gelijke natte weersomstandigheden.
= Nederlands deel.
-
De Grensmaas is bochtig en in de zomer onbevaarbaar è Julianakanaal parallel voor de grote
scheepvaart.
-
Rivierkleiafzettingen op doorlatende grindlagen.
-
In Midden-Limburg zand- en grindpakketten: de Plassenmaas è geschikt voor delfstofwinning, recreatie,
waterberging.
¡ Ten zuiden van
Mook is het Maasdal begrensd door terrassen, dus:
-
geen polders en dijken.
-
uiterwaarden vaak intensief gebruikt è overstromingen
kunnen grote schade aanrichten.
¡ De Maas stroomt nu
naar Hollands Diep via Bergse Maas en Amer.
= Een groot deel van
de Maas is bevaarbaar è stuwen en sluizen
regelen het waterpeil en de scheepvaart (anders dan de Waal en IJssel).
|
In de buitenbocht
wordt de hoogste stroomsnelheid gemeten
Regel: een hoge
stroomsnelheid gaat samen met erosie. Een lage stroomsnelheid met
sedimentatie
Regel: in het
dwarsprofiel van de rivier is de buitenbocht dieper en de binnenbocht
ondieper
Regel: versmalling
van een rivier leidt tot een hogere stroomsnelheid op die plaats
uiterwaard
zomerbed
winterbed
Normalisering
vergemakkelijkt de waterafvoer
krib
Kanalisatie verbetert
de bevaarbaarheid
stuwen
ruimtelijke
inrichting
dijkverzwaring
|
Meanders,
uiterwaarden en kribben
u Meander =
natuurlijke bocht in een rivier.
Het
verschil in stroomsnelheid verklaart het meanderen è sedimentatie in binnenbocht, erosie in
buitenbocht.
= Erosie-oever ofwel
stootoever = diep.
Sedimentatie-oever
ofwel glij-oever = ondiep è ontstaan van
lussen, die zich uiteindelijk zelf afsnijden:
-
hoefijzervormige dode arm
-
evenwijdige verlaten geulen: strangen.
Ze
hebben een hoge ecologische waarde.
=Het kenmerkende
dwarsprofiel van een laaglandrivier:
![]()
-
Uiterwaarden overstromen geregeld: ophoging + veehouderij.
-
Winterdijk belemmert sedimentatie in binnendijkse landen.
Winterdijken
aangelegd sedert jaar 1000 door kloosters en adel.
= De waterafvoer van
een rivier is te versnellen door normalisering:
-
bochtafsnijding
-
aanleg van kribben
-
aanbrengen van steenbestorting.
¡ Kribben versmallen
het zomerbed è toename
stroomsnelheid è diepte-erosie.
Bochtafsnijdingen
verhogen stroomsnelheid è toename
waterafvoer en diepte-erosie. Gevolg: daling rivierbodem è toename frequentie lage waterstanden.
¡ Kanalisatie = bouw
van stuwen è regulering van de
waterstand.
-
Door de bouw van schutsluizen blijft scheepvaart mogelijk.
-
Door de Maas(verbeterings)werken werd de lengte bekort met 23 km.
=Voorbeelden van
ruimtelijke inrichting van de rivierbedding:
-
delfstoffenwinning, normalisering, kanalisering.
-
dijkverzwaring, infrastructuur.
-
bouwland en bebouwing in uiterwaarden.
-
aanleg van nieuwe natuur en scheppen van ruimte voor de rivier.
¡ Watersnoodramp
1953 è Deltawerken
-
Ook rivierdijken versterken è nationale normen voor veilige dijken.
-
Verhogen en verbreden van dijken tast gebouwde omgeving aan è maatschappelijk verzet / NIMBY.
-
Hoogwater 1995 leidt tot Deltawet Grote Rivieren en de latere Wet op de
waterkering è grootscheepse
dijkversterking.
|
|
1.2 Met de klompen in het water
|
|
Deelvragen
3 Wat zijn de gevolgen van
klimaatverandering voor de waterafvoer van de
grote rivieren?
4 Welk verband bestaat er tussen het
dalen van de bodem, de zeespiegelstijging
en een toenemend gevaar voor overstromingen?
5 Hoe
beïnvloeden de ruimtelijke activiteiten van de mens en de waterafvoer van de grote rivieren
elkaar?
|
waterafvoer
debiet
regime / regiem
|
Over waterafvoer en
regime
u De manier waarop
overtollig water uit een gebied wordt verwijderd = waterafvoer.
¡ De Rijn is een van
de grootste Europese rivieren.
= Debiet = het
aantal kubieke meters water dat per seconde een bepaald punt in de rivier
passeert.
= Er is een grote
variatie van debiet mogelijk per jaar en binnen een jaar.
Regime
/ regiem = de schommeling in de waterafvoer van een rivier of beek in de loop
van een jaar.
¡ Grote verschillen
tussen Rijn en Maas
-
in debiet
-
in regime
= Het regime van een
gemengde rivier is kleiner dan van een regenrivier.
De
waterstand van de Rijn wordt beïnvloed door regenrivier de Moezel.
Door
evapotranspiratie komt niet alle regenwater in de rivier terecht.
|
De gemiddelde afvoer
van een rivier is geen werkbaar gegeven met betrekking tot de veiligheid
Het belang van de
weersomstandigheden en de bodemgesteldheid
|
Hoogwater in de Rijn
u De Rijn vertakt
zich na Spijk in Waal en Neder-Rijn.
= Verdeling
Rijnwater: 2/3 Waal, 1/3 Pannerdens Kanaal.
¡ Dit wordt
gereguleerd door Rijkswaterstaat met prioriteit aan de Waal.
=Een gemiddelde
afvoer zegt weinig over de overstromingsveiligheid. Daarom letten op pieken
in waterafvoer naar tijdsduur, waterhoogte en frequentie.
¡ In winter1994 en
1995 hoge piekafvoeren.
¡ In 2003 extreem
lage waterstand door droogte.
De
dalende rivierbedding was mede oorzaak.
¡ Zal de frequentie
van verhoogde piekafvoeren toenemen?
¡ Hoogwater ontstaat
door lange periode met veel neerslag. Hierbij zijn van invloed:
-
bevroren bodem.
-
sneeuwval.
-
plotselinge temperatuurstijging.
-
aanvoer vanuit zijrivieren die samenvallen met piekafvoer hoofdrivier.
Evacuatie
van mensen en vee uit het rivierengebied in 1995.
|
|
Extreem hoogwater:
liever niet
u Negatieve gevolgen
van de uitersten in de waterafvoer.
= Extra hoog water è veiligheid van het binnendijkse land in
gevaar.
-
De waterdruk op dijken neemt toe è waterverzadiging /
dijkbreuk.
-
Vaarbeperkingen door schade die hoge golfslag meebrengt.
-
Het overstromen van uiterwaarden: schade aan recreatie en oogst.
= Extra laag water è opdringen zout water vanuit zee /
verzilting.
-
Minder doorspoeling van wateren in Laag-Nederland.
-
Door onvoldoende koelwater daling elektriciteitsproductie.
-
Afname zuurstofgehalte, met gevolgen voor visstand en water-ecosysteem.
¡ Scheepvaart heeft
minder manoeuvreerruimte en laadvermogen.
¡ Daling van het
grondwaterpeil en verdroging van binnendijkse landen.
|
maatgevende afvoer
verstening
intensivering
agrarisch bodemgebruik
sponswerking bodem
|
Nog meer water
u Deltawet Grote
Rivieren: overstromingskans < 1/1.250 jaar.
Bijstellen
van de maatgevende afvoer lijkt echter nodig:
-
een snellere afstroming door intensivering grondgebruik.
-
klimaatverandering kan leiden tot toename neerslag.
Hogere
afvoer leidt tot bijstelling veiligheidseisen.
= Stroomgebied van
de Rijn is sterk verstedelijkt en versteend è de infiltratie
neemt af, bovendien neemt de waterafvoer in kortere periode toe.
Intensivering
landbouw eveneens van grote invloed op waterhuishouding: het streven naar
verlaging van het grondwaterpeil leidt tot snellere waterafvoer en de afname
van de sponswerking van de bodem.
|
zeespiegelstijging
relatieve
zeespiegelstijging
oorzaken van
bodemdaling
soorten zakking
Veengrond is extra
gevoelig voor zakking
De kwetsbaarste
gebieden dalen het sterkst
|
Dalend land
u De
zeespiegelstijging blijft stijgen. Gaat daling land ook door? Onderscheid:
-
absolute (eustatische) zeespiegelstijging.
-
relatieve zeespiegelstijging.
-
absolute bodemdaling (t.o.v. vast referentiepunt = NAP).
Oorzaken
bodemdaling:
= Isostasie leidt na
het smelten van de ijskap in Scandinavië tot wip-wap-effect.
= Sedimentatie van
de geosynclinale / het Noordzeebekken: kanteling.
=
Delfstoffenwinning, met name gaswinning, leidt tot regionale bodemdaling.
¡ Het verschil
tussen maaiveld en waterniveaus neemt toe door:
= 1 Zakking =
-
inklinking
-
krimp
-
oxidatie
-
zetting.
Met
name veengrond is gevoelig voor zakkingsverschijnselen.
Inklinking,
krimp en oxidatie zijn onomkeerbare processen.
= 2 Uitschuring
(erosie) dalen zandige rivierbodems = diepte-erosie.
In
Duitsland hierdoor verlaging van de waterstand. Gevolg: meer problemen met de
scheepvaart.
= Er bestaan grote
regionale verschillen m.b.t. de relatieve zeespiegelstijging. De laagste en
meest kwetsbare gebieden: meeste last van bodemdaling.
|
We pompen onszelf
omlaag
|
Pompen is verzuipen
= Tot omstreeks 1450
natuurlijke lozing van binnenwater.
Ontwatering
leidt tot zakking è kunstmatige lozing
met windmolens.
Bemaling
betekent zakking.
Versterking
van deze vicieuze cirkel door krachtigere gemalen.
Tot
voor kort: ‘alle water zo snel mogelijk naar zee brengen’.
Dijken
beschermen het land tegen overstromingen maar maken tegelijkertijd de
sedimentatie onmogelijk.
|
klimaatverandering
versterkte broeikaseffect
temperatuurstijging
neerslagregime
|
Van koelkast tot
broeikas
u Klimaatverandering
is niet iets nieuws. Op korte termijn zal de temperatuur stijgen.
= Wat is de invloed
van de mens op het klimaat?
Versterkte
broeikaseffect van grote invloed op kustgebieden, o.a. Nederland.
¡
Temperatuurstijging met grote onzekerheidsmarge IPCC.
De
waterkringloop verandert: dit is van invloed op de bedekking met sneeuw en
ijs en de waterafvoer.
¡ Gevolgen voor Nederland
met name voor het waterbeheer. Het neerslagregime zal veranderen, namelijk:
-
meer neerslag in de winter
-
ongelijker en heftiger
-
winters wat warmer
-
zomers wat warmer
-
zomers iets droger.
Watertekorten
en een ongelijkmatiger regime van de rivieren.
|
De mate van de
verwachte zeespiegelstijging is onzeker
|
Amersfoort aan Zee
u Met
satellietmeting nu nauwkeurig beeld van de absolute zeespiegelstijging.
¡ Meting over lange
periode nodig om storende invloeden uit te schakelen.
= Klimaatmodellen
werken met simulaties en toekomstscenario’s.
= IPCC: in 2100
zeespiegel hoger dan in 1990 door aantal factoren:
-
uitzetten van zeewater door T-stijging = + effect
-
smelten van landijs = + effect
-
toenemende sneeuwval in Antarctica = - effect
¡ Veel onzekere
factoren, bijvoorbeeld:
-
de mate van stijging van de luchttemperatuur.
-
de toename van de hoeveelheid broeikasgassen.
¡ In veel modellen verband
tussen T-stijging en zeespiegelstijging.
¡ Het stoppen van de
broeikasemissie heeft een na-ijleffect.
|
|
Ernstige gevolgen
= Gevolgen voor de
waterhuishouding in Nederland:
¡ Toenemende kans op
overstromingen van de rivieren.
¡ Meer uitersten in
de rivierafvoeren.
¡ Meer ruimte in het
winterbed nodig: ruimtereserveringen noodzakelijk.
¡ Meer hinder voor
de scheepvaart.
¡ Waterpeil
IJsselmeer is moeilijker te handhaven.
¡ Verzilting in de
landbouw en natschade.
¡ Toenemende kans op
overstromingen door de zee.
¡ Waterafvoer van de
rivieren ondervindt meer tegenstand.
¡ Verandering in
zeestromen è meer kusterosie.
= Menselijk
ingrijpen in rivierenland heeft meestal geleid tot:
-
een onregelmatiger regime.
-
een verkorting van de vertragingstijd.
Daarom
is een andere aanpak nodig: ruimte voor de rivier.
|
|
1.3 Ruimte voor de rivier
|
|
Deelvragen
6 Welke aanpassingen in het
stroomgebied zijn mogelijk om de veranderingen
in de waterafvoer van de grote rivieren te beheersen?
7 Hoe
kunnen zowel de ruimtelijke kwaliteit als de veiligheid in het rivierengebied worden verbeterd?
|
meebewegen met de
natuur
ruimte geven aan
water
drietrapsstrategie
|
Een nieuw
waterbeleid
u Troonrede:
Nederland beschermen tegen hoogwater = Waterbeleid eenentwintigste eeuw.
Een
voortdurende dijkverhoging is geen structurele oplossing. Daarom zoeken naar
oorzaakgerichte oplossingen.
è Het meebewegen met
de natuur in het gehele stroomgebied.
= Geef water de
ruimte = maak ruimte voor water.
= Twee
uitgangspunten van het nieuwe waterbeleid:
1
slim combineren van techniek en ruimte
2
werken volgens een drietrapsstrategie:
-
vasthouden
-
bergen
-
afvoeren
|
rivierbedverruiming
verdieping
nevengeul
obstakels
retentiebekken
noodoverloopgebied
grote maatschappelijke
weerstand tegen noodoverloopgebieden
|
Een slimme combinatie van techniek en ruimte
u Hogere dijken zijn
uiteindelijk geen goede oplossing:
-
gevolgen overstromingen groter bij hogere dijken.
-
hogere dijken zijn zwaarder in gewicht è verzakkinggevaar
neemt toe.
= Ruimte voor de
Rivier als Planologische Kern Beslissing (PKB).
=
Rivierbedverruiming:
-
versmallen van het zomerbed è meer diepte-erosie
-
kribverlaging
-
verdieping door baggeren (minder aantrekkelijk)
-
graven van nevengeulen
-
aanleggen hoogwatergeul
-
verlagen van uiterwaarden
-
verwijderen van obstakels
-
verbreding van het winterbed
-
aanleg van retentiebekkens
¡ Een retentiebekken
is multifunctioneel è vooral bedoeld
voor structurele verwerking maatgevende afvoer.
Voordeel
retentie = aftoppen van de hoogwatergolf / piekafvoer.
¡ Uiterste vangnet
is een noodoverloopgebied è opvang van afvoer
die groter is dan de maatgevende afvoer. Vroegere noodoverloopgebieden zijn nu
vaak verdwenen.
¡ Regeringsplannen
voor meer noodoverloopgebieden teruggebracht:
-
zeer hoge kosten.
-
twijfels aan de effectiviteit.
-
de grote maatschappelijke weerstand / NIMBY.
Hoogwaterplatform
en andere organisaties pleiten voor alternatieven
¡ Criteria voor het
aanwijzen van noodoverloopgebieden zijn:
-
veiligheid en risico’s
-
ruimtelijke gevolgen en internationale samenwerking
-
maatschappelijk draagvlak
-
technische en juridische uitvoerbaarheid
-
kosten / baten en schaderegelingen.
|
voorbeeld Kampen a/d
IJssel
bypass
|
Flessenhalzen
u De uitbreiding van
steden langs het water beperkt de ruimte voor de rivier. Voorbeelden:
Kampen-IJsselmuiden, Arnhem, Lent-Nijmegen.
= Extra beschermende
maatregelen nodig.
¡ Voorbeeld stad
Kampen: combinatie opstuwing Ketelmeer en rivierafvoer. Bescherming door een
systeem van vloedkeringen.
¡ Graven van een bypass
stroomopwaarts van Kampen: waterafvoer + wonen + werken + recreatie + natuur.
Maatschappelijke
tegenstand leidt tot aanpassing plannen.
|
draagvlak nodig voor
waterprojecten
Maaswerken als
voorbeeld van een succesvolle samenwerking
|
Een levende rivier
u Voor
waterstaatkundige plannen is nodig:
-
voldoende draagvlak
-
stevige financiële onderbouwing.
Voorbeeld
van succesvol plan is het project Grensmaas.
= Na de hoogwaterjaren
1993 en 1995 volgde het Deltaplan Grote Rivieren.
-
Aanleg Maasdijken.
-
De Maas meer ruimte geven.
¡ De Maaswerken
bestaan uit:
-
verbreding van de stroomgeul
-
verlaging van de uiterwaarden.
Daarmee
worden vier doelstellingen gehaald:
-
bestrijden wateroverlast
-
verbeteren scheepvaartroute
-
natuurontwikkeling in Maasdal
-
grindwinning.
|
|
1.4 Een omgangsregeling met water
|
|
Deelvragen
8 Wat zijn de hoofdpunten in het
tegenwoordige nationale rivierbeleid?
9 Wat
is het effect van het huidige rivierbeleid op het beperken van wateroverlast en het vermijden
overstromingen?
|
watertoets
waterparagraaf in
ruimtelijke plannen vereist
|
De watertoets
u Het behouden van
de aanwezige oppervlakte en hoeveelheid water in Nederland is noodzakelijk,
want:
-
functioneert als waterbergingsgebied.
-
is van belang in de strijd tegen verdroging.
-
is het behoud van natte natuurwaarden.
= De watertoets moet
dit behoud zeker stellen è de waterparagraaf
besteedt aandacht aan
-
veiligheid
-
wateroverlast
-
verdrogingseffecten
-
waterkwaliteit.
De
waterparagraaf is verplicht in een gemeentelijk bestemmingsplan en wordt
getoetst aan het Provinciaal streekplan.
De
controle is streng:
-
een bouwactiviteit mag de drietrapsstrategie niet in de weg staan.
-
waterproblemen mogen niet worden afgewenteld op naburige gebieden.
-
herstelmaatregelen aangeven.
|
Vasthouden voorkomt
afwenteling van waterproblemen en verdroging
bergen
afvoeren
|
Drietrapsstrategie
u De Commissie
Waterbeheer 21e eeuw verplicht de drietrapsstrategie:
= De eerste stap is
het opvangen van water bij de bron. Dit voorkomt afwenteling =
verdrogingsmaatregel.
= Vasthouden =
opslaan van water è infiltratie.
¡ Scheiding
rioolafvoer en regenwater.
¡ Voorbeelden:
-
Wadi’s in Vinexwijk Leidsche Rijn.
-
Vledder Aa: herstel oude meanders.
= Bergen = tijdelijk
opslaan in open water.
¡ Noodzaak om extra
bergingsmogelijkheden te zoeken.
¡ Combinatie zoeken
van veiligheid, wonen en recreatie, zoals bouwen in uiterwaarden:
experimenten toegestaan.
= Afvoeren =
wegbrengen naar ander gebied è pas als laatste
mogelijkheid en in uiterste noodzaak.
|
Verlaging van de
grondwaterstand leidt tot milieuschade
Doorspoeling beperkt
de verziltingsproblemen
|
Verdroging en
verzilting aangepakt
u Verdroging is de belangrijke
oorzaak van de afname van biodiversiteit.
= Vooral gevolg van
de aanpassing van het watersysteem aan het grondgebruik in:
-
landbouw
-
waterwinning
-
overige, zoals toename verhard oppervlak.
De
gevolgen van de verlaagde grondwaterstand zijn ernstig:
-
Toename van de kweldruk è verzilting mogelijk.
-
Aanvoer van gebiedsvreemd water è afname diversiteit.
= Verzilting wordt
gemeten aan een verhoogd chloride-gehalte è nadelig voor land-
en tuinbouw en natuurlijke ecosystemen.
Een
oorzaak is de indringing vanuit zee in riviermondingen è vooral in zomerseizoen.
¡ De zoutschade als
gevolg van de droogteschade wordt beperkt door het doorspoelen van het
waterstelsel. Nadeel: in droge tijden levert dit watertekorten op voor
beregening elders.
|
Internationale
afspraken vinden plaats op fluviaal schaalniveau
Rijnconferentie
Vertragingstijd nam
af door ingrepen in de Duitse Rijn
Actieplan Hoogwater
|
Internationale
afspraken
u Fluviaal
schaalniveau van belang bij de waterproblematiek.
=
Grensoverschrijding van waterlopen geeft het belang aan van internationale
samenwerking è
intergouvernementele samenwerking nodig voor goede aanpak.
¡ 1950: internationale
commissie ter bescherming van de Rijn tegen verontreiniging è Rijnconferentie (nu ICB Rijn).
Na
de giframp bij Sandoz werd het Rijn Actie Programma opgericht.
Tegenwoordig
is er aandacht voor waterkwaliteit én waterkwantiteit:
¡ IRMA-programma:
Rijn- en Maasstaten gericht op hoogwaterpreventie.
¡ Sinds 2000:
Europese Kaderrichtlijn voor water è gezamenlijk
opstellen van actieprogramma’s m.b.t. waterproblemen.
¡ ICB Maas gebruikt
Europese Kaderrichtlijn om Maas schoner te maken.
= Ingrepen in de
natuurlijke loop van de rivieren in Duitsland leiden tot verkleining van de
vertragingstijd è waardoor de
hoogwatergolf sneller in Nederland aankomt en opstuwing plaatsvindt tussen Ruhrgebied
en Nederlandse grens.
¡ Actieplan
Hoogwater leidt tot zoeken naar meer ruimte voor water, o.a. aanleg
retentiebekkens langs de Duitse Niederrhein.
¡ Voorbeeld:
Bislicher Insel: samenwerking met Nederland in planning en kosten.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten