Labels

dinsdag 14 juni 2016

Geschiedenis H15: De opkomst van Azië

H15 De opkomst van Azië
§1 China en het westen

China had weinig betrekkingen met het  buitenland, wel met Rusland; zij verdeelden het tussenliggende land onder elkaar. China wilde niet met westen onderhandelen: zou erkenning en gelijkheid betekenen -> dit veranderde in 19e eeuw door Chinese belangstelling voor opium

Opiumoorlog
Brits-Indië vervoerde opium naar China.  Veel Chinese ambtenaren waren omkoopbaar -> Een verbod van Chinese regering hielp niet -> opiumhandel groeide
1839: alle Britse opiumvoorraden laten verbranden In Guangzhou (Kanton) -> Britten stuurden leger + vloot (kregen steun Mandsjoe-ambtenaren) -> Britten wonnen. Opium was niet de echte aanleiding voor oorlog, echte aanleiding:
·         China dwingen handel te voeren en te onderhandelen met Engeland

Britten kregen Honkong, 5 andere havens werden voor hen opengesteld en Britse kooplieden vielen niet onder Chinese rechtspraak

Reacties in China
Halverwege 19e eeuw: macht van de centrale regering verzwakte. Verschillende reacties:
·         Volksbewegingen komen in opstand
·         Hervormingspogingen in regeringskringen
·         De Bokseropstand

Volksbewegingen komen in opstand
Er ontstonden bewegingen tegen Mandsjoe-bewind en/of westerlingen (bijv Bokseropstand)

Hervormingspogingen in regeringskringen
China moest gemoderniseerd worden naar westers voorbeeld, maar China moest wel zijn eigen cultuur behouden -> westerse techniek overnemen
·         Leger en vloot werden gemoderniseerd
·         Enkele fabrieken en scheepswerven gebouwd
‘’zelfversterking’’ gebeurde slechts op kleine schaal: China verloor oorlog tegen Japan -> Periode van Honderd Dagen (1898): Jonge keizer liet allerlei hervormingen naar afkondigen:
·         Terreinen van landbouw
·         Industrie
·         Leger
·         Onderwijs
·         Bestuur

Tegenstanders hiervan: Ci Xi (Tse-sji)

De Bokseropstand
Ci Xi
·         Hervormingen tegenhouden
·         Invloed van de westerse mogendheden teniet doen
Bokser werden verslagen door een internationaal leger -> Chinese regering zag in dat modernisering nodig was. Ingrijpendste was: onderwijs

De revolutie van 1911
Door hervorming van onderwijs en studie in t buitenland ontstond een nieuwe bevolkingsgroep: jonge intellectuelen met westerse denkbeelden
·         Vonden hervormingen onvoldoende
·         Chinese maatschappij totaal veranderen als China een rol in de wereld zou willen spelen.
·         Nationalisten en revolutionairen
·         Leider: Sun Yatsen
Drie volksbeginselen: nationalisme, democratie en volkswelvaart
1911: revolutie breekt uit. In Sichuan ontstond een oproer toen de regering de spoorwegen wilden nationaliseren -> slaagden er niet in heel China in hun macht te krijgen, want noordelijke Mandsjoe-leger bood weerstand (leider: Yuan Shikai). Shikai onderhandelde met opstandelingen en Mandsjoes. Overeenkomst: als Shikai Mandsjoes ten val zou brengen, zou hij president worden -> 1912: China een republiek
Shikai regeerde als een militair dictator -> van idealen van Yatsen kwam weinig terecht -> vluchtte naar Japan

Nationalisten en communisten proberen de macht te veroveren
Revolutionaire partij:
·         Voorloper van de KMT (gebaseerd op idealen van Yatsen en met hem als leider) -> werd later de Nationale Volkspartij (GMD)
Na Russische Oktoberrevolutie van 1917: sommige studenten en Chinese hoogleraren krijgen belangstelling voor Marxisme -> stichten Chinese Communistische Partij (CCP) (1921)
GMD en CCP vonden aanhang in grote steden

GMD:
·         Aanhangers: intellectuelen onder ondernemers en handelaars
·         1916: Yatsen terug naar China
·         1917: Riep in Kanton tegenregering uit
·         Sovjet-Unie erkende GMD-regering (westen erkende regering Bejing, Shikai en zn opvolgers)
·         1925: Yatsen sterft en GMD-regering bezit alleen Kanton en omgeving. Kaisjek is zijn opvolger

Kaisjek had veel successen:
·         Vanaf 1926 veroverde hij met communisten een groot deel van China
·         Nationalisten vonden dat de communisten teveel invloed kregen
·         1927: begin actie tegen communisten -> veel doden en mensen die vluchten
·         1928: inname Bejing

CCP:
·         Aanhangers: intellectuelen en arbeiders
·         Platteland waar grote meerderheid vd bevolking leefde -> weinig invloed dus
·         SU zorgden ervoor dat de Chinese communisten met de nationalisten gingen samenwerken

China wordt communistisch
Na 1927 hadden de communisten zich teruggetrokken in bergstreken van Jiangxi, waar zij guerillabases bouwden en in 1931 een communistische republiek stichtten. 1934: werden uit t gebied verdreven -> opnieuw vluchten (Lange Mars). Velen werden tijdens deze mars gedood door aanvallen van de GMD.
Communisten focusten op platteland -> Rode Leger oprichten
·         Bestond vooral uit arme boeren
·         Werd geschoold in de leer van het marxisme
·         Soldaten werden ingeprent dat ze een leger in China waren dat de revolutie tot stand moest brengen
·         Doelen revolutie: herverdeling van grond -> rijke boeren land afstaan
1935: Mao Zedong absolutie leider communisten.

Na de Japanse nederlaag brak in ’46 een volledige burgeroorlog uit: Rode leger veroverde het hele vasteland van China onder leiding van Lian Baio. Zedong riep op 1 okt 1949 in Bejing de Volksrepubliek China uit.
Kaisjiek vluchtte naar Taiwan.

§3 Opkomst van Azië na de Tweede Wereldoorlog
Chinese communisten gaan eigen weg
Na 1949 sloten Rusland en Volksrepubliek China een verdrag van vriendschap en bijstand -> groot communistisch blok. Vanaf 1960 streefden China en Rusland twee verschillende soorten communisme na.

Indonesië vecht zich vrij
In WOII waren nationale gevoelens gegroeid in de koloniën -> no way terugkeren naar kolonialisme. Nederland en Frankrijk wilden hun koloniën behouden. Dit probeerden zij door geweld en onderhandelingen voor elkaar te krijgen, maar inheemse bevolking stond achter eigen nationale leiders. Nederland waarschuwde Indonesie dat zij in handen zouden vallen van de communisten
In Indonesië was Soekarno leider van de Republiek. De VS steunde Indonesië nadat zij een communistische opstand hadden neergeslagen. Indonesië hield zich, na de onafhankelijkheid in 1949, buiten de Koude Oorlog.

Indonesië wordt in de jaren ’50 één van de leiders van de ongebonden landen
Indonesië was een parlementaire democratie. Er bleven nauwe betrekkingen met de vroegere kolonisator.
Eind 1957 werden alle Nederlandse bedrijven genationaliseerd door de Indonesische regering, omdat NL niet bereid bleek Nieuw-Guinea aan Indonesië af te staan. Op politiek gebied maakte Indonesië zich volledig van NL los en het stond niet rechtstreeks in verbinding met een communistisch land -> zo kon het een buitenlandse politieke functie vervullen.
Na WOII werd de Non-Aligned Movement opgericht. Ze bestond uit groot aantal pas onafhankelijk geworden niet-westerse landen. Wilden zich noch bij kapitalistische westen aansluiten, noch aan het communistische oosten.
In de jaren ’60 doorbrak Indonesië zijn neutrale opstelling door relaties met China aan te knopen.
·         China probeerde zo Amerikaanse en Britse invloed in Azië te verminderen
·         Indonesische regering hoopte de in Indonesië-levende-Chinezen gunstig te stemmen
Vanaf 1955 hervatte Indonesië zijn neutraliteitspolitiek

Communistische staten raken met elkaar in oorlog: Cambodja, Vietnam en China
China wil liever geen machtige buurlanden -> probeerde Vietnam te dwingen om Cambodja te verlaten (1979)  -> mislukte


§4
Natievorming, traditie en modernisering
Doel van nationalistische bewegingen in Azië: politieke onafhankelijkheid verkrijgen met overname van het model van de natie-staat.
De staten die na 1945 in Azie tot stand kwamen, leken in sommige opzichten op het Europese van de natiestaat
·         Zowel in Europa als Azie hadden alle landen al lange tijd een vorm van gecentraliseerd gedrag met omvangrijk ambtenarenapparaat
Verschil:
·         In de meeste landen strekte het centrale gezag zich echter niet ui over het hele grondgebied -> zoeken naar een geschikte regeringsvorm (probleem 1)
·         Verschillende etnische en godsdienstige groepen in de staten -> in alle staten bevinden zich belangrijke minderheidsgroepen: plurale samenlevingen (probleem 2)

Oplossingen voor probleem 1; regeringsvorm
·         Opbouw autoritaire staat met een grote greep op het land van de bewoners van het land
·         Democratie werd afgewezen omdat het de mensen niet bleek samen te binden (verschillen werden eerder versterkt)
 Oplossing voor probleem 2; verdeeldheid van de bevolking
·         Invoeren staatsideologie waarin de eenheid van het land werd benadrukt
·         Invoeren van een taalpolitiek die erop gericht was iedereen de standaardtaal te leren
·         Invoeren van een cultuurpolitiek die erop was gericht één nationale cultuur te bevorderen boven de regionale culturen

Het communistische model mislukt in China (Vietnam en Noord-Korea)
Ontwikkeling communisme na 1945 kan opgesplitst worden in twee perioden:
·         Een periode van opbouw van een gecentraliseerde communistische staat
·         Een periode van interne hervormingen en versoepeling van de ideologie

China onder leiding van Mao Zedong
Hij domineerde de communistische revolutie tot zijn dood (1976):
·         Communisten begonnen een grote landhervorming (1950-1952) = helft vd landbouwgrond werd opnieuw verdeeld
·         Partijleiding was het oneens hoe het nu verder moest met het communisme invoeren: ontstaat splitsing

Deel dat aanvankelijk de overhand had:
·         Wilde Rusland als voorbeeld nemen en de landbouw collectiviseren, industrie nationaliseren en economie in Vijfjarenplan regelen

Ander deel (dit werd uiteindelijk nagevolgd)
·         Mao Zedong, radicaler
·         Zou een eigen, Chinese weg naar het communisme moeten vinden door gebruik te maken van China’s enige rijkdom: grote aantal mensen

1958: Mao Zedong kondigt Grote Sprong Voorwaarts af: China zou een ontwikkeling van twintig jaar in één dag doormaken:
·         Hele plattelandsbevolking werd georganiseerd in volkscommunes
·         Werd een mislukking (landbouwproductie daalde sterk, hongersnood)

Volkscommunes:
·         Omvatte een aantal dorpen en moest zelf in al haar behoefte voorzien ( produceren van staal in primitieve staalovens) -> miljoenen boeren werden hierdoor aan de landbouw onttrokken
·         Bestuur volkscommune bestaat uit partijfunctionarissen

1966: nieuwe massacampagne onder Zedong: De Grote Proletarische Culturele Revolutie
Doel; de macht van hun tegenstanders breken
Deze tegenstanders bevonden zich vooral in steden en hun belangrijkste vertegenwoordiger was president Liu Shaoqi.
Zedong maakte een einde aan de Culturele Revolutie omdat het leven in de steden enorm ontwricht werd.
Deng Xiaoping werd gerehabiliteerd (1973)
Radicalen heersten tot de dood van Zedong in 1976
Meer openheid onder leiding van Deng Xiaoping vanaf eind 1978
Na dood Zedong werden een aantal radicale leider gearresteerd:  Bende van Vier (zn vrouw en 3 andere leden van Politburo). Zij kregen alle schuld van de Culturele Revolutie. Nu werden er veel meer slachtoffers gerehabiliteerd.
Deng Xiaoping als leider van 1978, doel: van China een moderne, geïndustrialiseerde staat maken -> Vier Moderniseringen
·         Modernisering van landbouw
·         Van industrie
·         Van wetenschap
·         Van defensie

Moderniseren hield in:
·         Meer vrijheid op alle gebieden, maar vooral op economisch gebied
·         Minder waarde hechten aan de communistische ideologie
·         Samenwerking op technisch-wetenschappelijk gebied met het westen en met Japan
Deng: economische successen > ideologische zuiverheid
Donkere Periode van Tien Jaar: bewind van Mao (966-1976)

Westerse democratie na lange tijd weer een kans in Indonesië
Democratie in Indonesie: 1950-1957 -> maar regeringen slaagden er onvoldoende in van t land een eenheid te maken
1957: geleide democratie (door Soekarno).
1965: mislukte greep naar macht, Soekarno maakt plaats voor Soeharto.
KPI (Indonesische communistische partij) werd voor deze greep verantwoordelijk gesteld -> communisten vermoord en gevangengezet
1966-1999: militair bewind onder leiding van president Soeharto -> jaren ’90 steeds meer verzet vanuit de bevolking -> Soeharto treedt af -> Habibie volgt m op -> vrije verkiezingen in 1999 -> coalitieregering onder president Wahid -> werd in 2001 afgezet wegens corruptie -> Megawati volgde hem op -> 2004 eerste directe presidentsverkiezingen.

§5 Grote economische groei in delen van Azië
China een nieuwe economische politiek onder Zedong
Door de twee radicale bewegingen van Mao (Grote Sprong Voorwaarts en Culturele Revolutie) was China ontwricht.
Op economisch gebied was echter snel vooruitgang te zien (ontstond rond 1980 op het platteland). Deze werd grotendeels tenietgedaan doordat de communistische partij de bevolkingsgroei niet wist terug te dringen. Na Mao’s dood werd een éénkindbeleid ingevoerd
Tot 1994 was Xiaoping leider.
·         Meer economische vrijheid: boeren eigen stukjes land en productie die ze zelf konden verkopen
·         Tenchnisch-wetenschappelijk gebied: meer samenwerking met Westen en Japan
·         Machthebbers besloten om Chinese export te stimuleren en investeringen in China toe te laten
Sinds 1980 zijn er in Kanton en Fujan zogenaamde speciale economische zones, die door de regering in Beijing bedoeld zijn als experimenteer-gebieden met een westers kapitalistisch economisch systeem
Sinds 1984 nog meer economische vooruitgang door:
·         Introductie van een beurs- en geldmarktsysteem
·         Mogelijkheid voor staatsbedrijven hun eigen economisch beleid te voeren

Gevolgen:
·         Tussen 1985-1990 werd industriële productie van China verdubbeld
·         1991: Reële groei van BNP bedroeg 7%
·         Verrijzen van wolkenkrabbers
·         Winkels puilen uit van consumentenproducten
·         Welvarendheid: mensen konden bijv een wasmachine kopen


Einde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten