Gyges en Kandaules (vertaling van vd Meer)
Inleiding
Dit is het
verslag van het onderzoek van Herodotos van Halikarnassos, opdat noch hetgeen
gebeurd is door toedoen van mensen mettertijd in vergetelheid raakt, noch grote
en bewonderenswaardige daden en werken, deels door Grieken, deels door
niet-Grieken verricht, roemloos worden, en in het bijzonder door welke oorzaak
zij met elkaar in oorlog geraakten.
8
(1) Dus deze Kandaules werd verliefd op
zijn eigen vrouw, en nadat hij verliefd geworden was, meende hij dat hij
verreweg de mooiste vrouw van allen had (lett.; aan hem was). Aangezien hij dit
meende – want van zijn lijfwachten was Gyges de zon van Daskylos het meest bij
hem in de smaak vallend- aan die Gyges zowel de meer serieuze van zijb zaken
legde Kandaules voor als in het bijzonder het uiterlijk van zijn vrouw, terwij
hij (Kandaules) dit ophemelde.
(2) Toen niet veel tijd verlopen was (part
aor), want het was nodig dat het Kandaules slecht afliep, sprak hij tegen Gyges
zodanige woorden: ‘’Gyges, aangezien ik meen dat je me niet gelooft, sprekend
over het uiterlijk van m’n vrouw – want oren zijn juist bij mensen
onbetrouwbaarder van ogen (sentia=algemeen
geldende uitspraak)– moet je ervoor zorgen dat je haar naakt zult
aanschouwen
(3) Nadat hij een luide schreeuw gaf (part
aor), zei hij: ‘’Meester, welk woord zeg jij niet moreel verantwoord, terwijl
jij mij beveelt mijn meesteres zonder kleren te zien?’’ Tegelijk met haar
onderjurk wanneer het wordt uitgetrokken, trekt een vrouw ook haar schaamt uit.
(4) Allang zijn fatsoensnormen door mensen
uitgevonden, uit welke het nodig is te leren. Onder deze is dit er één, dat iemand
moet kijken naar de dingen van zichzelf (A.c.I).
Ik geloof (+A.c.I) dat zij van alle
vrouwen de mooiste is, en vraag jou niet te vragen onbehoorlijke dingen (dus: ik verzoek jou om mij niet het onwettige op
te dragen)
9
(1) Hij protesteerde(imperfectum gebruikt omdat; een poging of een herhaling) dus terwijl hij dergelijke dingen zei, vrezend dat hem uit deze dingen iets slechts zou overkomen. Maar de ander antwoordde met de volgende woorden: ‘’Wees gerust, Gyges, en wees niet bang voor mij, ik zeg dit woord om je op de proef te stellen, noch voor mijn vrouw (dus hij moet niet bang voor Kandaules en voor zijn vrouw zijn), om te voorkomen dat jou enige schade zal overkomen, want ik zal (futurum 1e persoon ev) ervoor zorgen dat zij het niet merkt wanneer zij door jou gezien wordt (part. Aor passief).
(2) Want ik zal je in de kamer waarin wij slapen achter de geopende deur plaatsen. Nadat ik ben binnengekomen, zal ook mijn vrouw aanwezig zijn (fut 3e pers ev) om te slapen. Dichtbij de ingang staat een stoel. Daarop zal zij haar kleren ieder een voor één uittrekkend neerlgen en in alle rust zal ze voor jou de gelegenheid geven om te kijken (inf aor medium) (naar haar dus)
(3) Maar wanneer (2x conjuctivus) zij vanaf de stoel naar het bed gaat en jij achter haar rug bent, moet je ervoor zorgen (3e persoon imperativus) dat zij jou niet zal zien terwijl je door de deur gaat.
(1) Hij protesteerde(imperfectum gebruikt omdat; een poging of een herhaling) dus terwijl hij dergelijke dingen zei, vrezend dat hem uit deze dingen iets slechts zou overkomen. Maar de ander antwoordde met de volgende woorden: ‘’Wees gerust, Gyges, en wees niet bang voor mij, ik zeg dit woord om je op de proef te stellen, noch voor mijn vrouw (dus hij moet niet bang voor Kandaules en voor zijn vrouw zijn), om te voorkomen dat jou enige schade zal overkomen, want ik zal (futurum 1e persoon ev) ervoor zorgen dat zij het niet merkt wanneer zij door jou gezien wordt (part. Aor passief).
(2) Want ik zal je in de kamer waarin wij slapen achter de geopende deur plaatsen. Nadat ik ben binnengekomen, zal ook mijn vrouw aanwezig zijn (fut 3e pers ev) om te slapen. Dichtbij de ingang staat een stoel. Daarop zal zij haar kleren ieder een voor één uittrekkend neerlgen en in alle rust zal ze voor jou de gelegenheid geven om te kijken (inf aor medium) (naar haar dus)
(3) Maar wanneer (2x conjuctivus) zij vanaf de stoel naar het bed gaat en jij achter haar rug bent, moet je ervoor zorgen (3e persoon imperativus) dat zij jou niet zal zien terwijl je door de deur gaat.
10
(1) Omdat hij niet meer kon wegvluchten,
was hij gereed. Kandaules, toen het tijd leek te zijn voor het bed, bracht
Gyges in het vertrek, en meteen was daarna ook de vrouw aanwezig. Nadat zij
binnengekomen was en haar kleren neerlegde, bekeek Gyges haar.
(2) Toen hij achter haar rug geraakt was,
toen de vrouuw naar het bed ging, nadat hij wegglipte ging hij naar buiten. De
vrouw ziet hem terwijl hij naar buiten ontsnapte. Nadat zij begrepen had (part aor) wat er gedaan was door haar
man, schreeuwde zij het niet uit omdat ze zich schaamde (part aor, part van rede) noch liet ze merken het begrepen te hebben,
omdat zij in de geest had zich op Kandaules te zullen wreken (inf fut).
(3) (Herodotus
legt nu uit hoe er tegen naaktheid aangekeken wordt) Want bij de Lydiërs en
bijna altijd ook bij andere niet-Grieken (Lydiërs
zijn dus niet-Grieken), leidt het zelfs tot grote schande dat een man
zonder kleren gezien wordt.
11
1 Toen
dus hiel zij zich rustig op die manier, nadat zij niets had duidelijk gemaakt.
Maar toen het dag geworden was, nadat zij had voorbereid van haar slaven
diegene die zij het meest zag dat ze trouw aan haar waren, riep zij Gyges. Niets
vermoeden dat zij wist van de gedane dingen, kwam hij, toen hij geroepen werd.
Watn hij was ook vroeger gewend te komen wanneer de koningin hem riep
2 Toen
Gyges was aangekomen, zei de vrouw het volgende: ''Er zijn nu voor jou twee
wegen aanwezig, Gyges, en ik geef je de keuze, welke van beide jij wilt
inslaan. Want of nadat je Kandaules hebt gedood, bezit mij en het koningschap
over de Lydiërs, óf het is nodig dat je zelf onmiddelijk zonder pardon sterft,
opdat je dat niet, Kandaules in alles gehoorzamend, voortaan ziet wat je niet
mag zien.
3 (herhaling keuze) Maar het is ofwel nodig
dat degene die dat heeft beraamd omkomt, of dat jij (omkomt), degene die me
naakt heeft gezien en dingen heeft gedaan die niet netjes zijn. Gyges
verwonderde zich een tijdje over dat wat gezegd was, maar daarna smeekte hij dat
zij hem niet dwong een dergelijke keuze te maken
4 Hij
overtuigde haar dus niet, maar hij zag dat de noodzaak echt aanwezig was, of
zijn meester te doden of zelf gedood te worden door anderen. Hij kiest zelf in leven
te blijven. Hij vroeg dus, terwijl hij dit zei: ''Aangezien u me dwint mijn
meester te doden, terwijl ik dat niet wil, welaan dan, laat ik horen op welke
manier wel wij hem zullen aanvallen.
5 Vanuit
dezelfde plek zal de aanval zijn, precies ook vanwaar hij me naakt liet zien,
en wanneer hij slaapt zal de aanval zijn (dus
de aanval op Kandaules)
12
(1) Zo hadden zij het plan voorbereid, nadat het nacht geworden was - want Gyges kon er namelijk niet onderuit komen en er was voor hem geen enkele ontsnappingsmogelijkheid, maar het was onvermijdelijk dat of hijzelf eraan ging óf Kandaules - volgde hij de vrouw naar de slaapkamer. En nadat zij hem een dolk gegeven had, verstopt zij hem achter dezelfde deur.
(2) En daarna, toen Kandaules lag te slapen, nadat hij uit zijn schuilplaats tevoorschijn kwamen en nadat hij hem gedood had, kreeg Gyges zowel de vrouw als koningschap. Deze heeft ook Archilochos van Paros, die in dezelfde tijd leefde, in een iambisch gedicht vermeld.
(1) Zo hadden zij het plan voorbereid, nadat het nacht geworden was - want Gyges kon er namelijk niet onderuit komen en er was voor hem geen enkele ontsnappingsmogelijkheid, maar het was onvermijdelijk dat of hijzelf eraan ging óf Kandaules - volgde hij de vrouw naar de slaapkamer. En nadat zij hem een dolk gegeven had, verstopt zij hem achter dezelfde deur.
(2) En daarna, toen Kandaules lag te slapen, nadat hij uit zijn schuilplaats tevoorschijn kwamen en nadat hij hem gedood had, kreeg Gyges zowel de vrouw als koningschap. Deze heeft ook Archilochos van Paros, die in dezelfde tijd leefde, in een iambisch gedicht vermeld.
13
1.
Hij
verkreeg het koningschap en hij werd bevestigd door het orakel in Delfi. Want
toen de Lydiërs begrijpelijkerwijze hun ongenoegen kenbaar maakten over het lot
van Kandaules en onder de wapenen waren, kwamen de aanhangers van Gyges en de
overige Lydiërs overeen, dat als het orakel als antwoord zou geven dat hij
koning van de Lydiërs was, dat hij dan koning was, maar dat anders hij het
bewind weer terug gaf aan de Herakliden.
2.
Het
orakel gaf dus een antwoord en op die manier werd Gyges koning. De Pythia zei
echter zoveel (woorden), dat er voor de Herakliden vergelding zou komen op de
vijfde nakomeling van Gyges. Met die uitspraak hielden de Lydiërs én hun
koningen geen enkele rekening, voordat hij dus in vervulling ging.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten