Labels

woensdag 18 november 2015

Engels literatuur periode 1

55 vchr- 450 n chr: meeste van Great Brittain onder Roman rule. Einde van de fourth century was het Romeinse Rijk bedreigd aan alle kanten. In Brittain, waren de Romeinen aangevallen door de Celts en de positie op het Europese land was ook lastig. In ongeveer 450 trokken de Romeinen zich terug vanuit Brittain om te verdedigen wat er nog over was van hun Rijk. Zonder imperial protection, kregen de Romeinen die in Brittain leefden veel vijanden. Ze werden aangevallen bij de Kelten vanuit Scotland en Ierland, en ook vanuit de noordzee door the Angles, Saxons en Jutes. van oorsprong uit de hedendaagse Denemarken en Noord-Duitsland , deze stammen hadden zich al verdreven door de Hunnen : een Aziatische volk die Europa hadden binnengevallen vanuit het oosten.
Na een tijdje vestigden de Anglo-Saxon zich en stichtten verschillende koninkrijken. een aantal van de rijken was erg klein en werd samen geregeerd door overlords . Oorlogen tussen de Angelsaksische koning waren er continu, en het patroon van de controle werden constant verschuiven. Wales, Schotland en Cornwall ondertussen bleef buiten de Angelsaksische regering en in die regio’s bleven oude Romeins- Britse heersen.
 
The Angelsaksische koningen omringden zichzelf met jonge strijders. Deze kregen van de koning wapens en land in ruil voor hun daden tijdens oorlog. Een strijder moest zijn koning tot in de dood trouw blijven. Vluchten voor de strijd was een schande. Wanneer ze niet vochten waren ze in het paleis van de koning om daar te eten, drinken en luisteren naar gedichten.
 
De meeste mensen waren boeren. Archeologen beweren dat er handel was tussen Scandinavie en Europa inclusief Friesland.Vanaf de 7e eeuw speelden monniken, priesters en bisschoppen ook een belangrijke sociale rol: de paus had missionarissen gestuurd naar Groot-Brittannië om de heidenen Angelsaksen bekeren tot het christendom. Sommige koningen namen dit geloof snel over, hun opvolgers deden daar echter langer over. In de loop van de 7e eeuw namen steeds meer koningen het christendom over en er werden talloze kloosters gesticht
 
(blz3)
Met het christendom kwam de latijnse literatuur. In de kloosters werd veel geschreven. Een belangrijk persoon was de monnik ‘’Bede’’ (673-735). Hij schreef het verhaal over de geschiedenis van de Anglo-Saxons ‘’de kerkelijke historie van de Angelsaksische mensen’’. Er werd niet alleen Latijn geschreven: veel literatuur is bewaard gebleven in oud Engels. Het meest beroemde werk is het gedicht Beowulf. Kortere gedichten zijn ook bewaard gebleven, net als teksten die in het Latijn geschreven zijn, de levensverhalen van heiligen en nog vele spreekwoorden en eden.
Beowulf:
-       Most heroic man
-       Leadership skills
-       Kills monster
-       Powerfull zwaard (Naegling)
 
Vanaf de 9e eeuw beginnen verschillende monikken en schrijvers met het bewaren van kronieken: jaarlijkse verslagen van hedendaagse gebeurtenissen. The Anglo-Saxon Chronicle is een bron van informatie over de geschiedenis van verschillende koninkrijken en de invasie van de Vikingen.
 
De eerste aanval op GB door  Scandinavische vikingen vond plaats in 793, toen het klooster op het eiland van Lindisfarne was geplunderd.Vikingen kwamen naar Engeland om kloosters te pllunderen. Dit deden ze in de herfst omdat men to oogste voor de herfst en winter. Zo hadden de Vikingen eten voor in de winter. Rond de tijd dat de vikingen kwam ontstonden verhalen (Beowulf). Ook brachten de vikingen hun verhalen mee naar Engeland.
 
Tot aan de 11e eeuw bleven de vikingen, anglo-saxons en Normannen vechten om de Engelse troon. William the Conqueror greep de kans en nam de troon toen de Anglo-Saxons en de koning van de Noormannen de successen betwistten. Door het kanaal over te steken met zijn leger versloeg hij de Anglo-Saxons at the Battle of Hastings in 1066. Zo begon de Normandische periode in de Engelse geschiedenis
 
Koning Alfred van Wessex was een belangrijke koning. Hij versloeg de Denen in 878, hij versloeg het regime van de Vikingen. Hij sloot een vredesverdrag met de Denen, reorganiseerde het leger van de Anglo-Saxon en creëerde vestingswerk langs de grens tussen Anglo-Saxon en Deens terrein. Hij bouwde ook een vloot wat nu gezien wordt als de start van de Engelse marine. Alfred was een opgeleide man.
 
(blz7 tm 9)
Verhaal Beowulf:
-       Oudste verhaal geschreven in een originele taal: Engels
-       Weten niet hoe oud het is
-       Great-Brittain was des tijds verdeeld in kleine staatjes met elk een eigen koning aan het hoofd. De rest was ondergeschikt aan de koning
-       De zinnen rijmen niet, maar zijn gemaakt op alletiratie 
-       Ritme is belangrijk
-       Beowulf speelt zich in Scandinavië af
Blz 18
Late Middeleeuwen: 1066-1500
De bovenlaag van de bevolking van de Anglo-Saxons kwamen onder invloed van de Normandische adel. William the Conqueror kwam dus in 1066 aan de macht. Hij gaf Noormannen de belangrijkste functies in regering, kerk, leger en rechterlijke macht.  Ook kregen ze grote stukken land. Het feodale systeem ontstond, gebaseerd op heren en vazallen (=leenmannen). De samenleving werd verdeeld over drie klassen: 
1.    De adel (meestal Franssprekend)
2.    De geestelijkheid (praatten en schreven in het Latijn)
3.    Burgers (Engelssprekend)
De eerste twee groepen hadden al het land in hun handen waarop de horigen werkten (groep 3). De adel en de burgers leidden gescheiden levens tot de 12e eeuw. De eerste koning van Engeland die Engels sprak was Edward III (1327-1377 < regeerde).
Om zichzelf te beschermen tegen rellen, bouwden de Norman lords kastelen. Bijvoorbeeld: Colchester Castle, Essex.
Doordat de bevolking zich sterk uitbreidde, werden er nieuwe kerken gebouwd met Romeinse bouwstijlen, geïmporteerd uit Frankrijk (pilaren, rondgebogen ramen, steunberen)
Het geloof was belangrijk omdat het leven voorbereiding was op het leven na de dood. Momento mori

Blz 19
In 1095 werd de eerste Kruistocht georganiseerd om het heilige land van de Saracenen terug te winnen en het christendom te verdedigen. In 1147 was er een tweede Kruistocht en daarna waren er nog meer. Adel en burgers namen deel aan de kruistochten, gemotiveerd door het geloof en door avontuur. Alle zonden van iemand die meedeed aan een Kruistocht waren meteen vergeven, daarom deden veel criminelen mee.
De Plantagenets regeerden vanaf 1154. Na verloop van tijd probeerden zij nog meer macht en rijkdom te verwerven voor zichzelf ten koste van de adel en de kerk. Dit leidde bijna tot de burgeroorlog, toen sommige edelen tegenover de tiran van King John stonden. In 1215 was hij gedwongen om dat Magna Carta te ondertekenen, een soort contract waarin de adel verschillende privileges kreeg in ruil voor hun loyaliteit
Vanaf 1066 bestond het domein van Engeland ook uit stukken van Frankrijk. Edward III vond dat hij ook het hoofd van de Fransen moest zijn door zijn moeders familie. Hij verklaarde in 1337 de oorlog aan Frankrijk. Voor meer dan honderd jaar bleef de troon een kwestie. Soms waren er rellen. Historici beschouwen deze onenigheid als de honderd-jarige-oorlog. In 1453 kwam er een einde aan de oorlog, de Engelsen hadden slechts nog controle in het gebied rond Calais. Pas in 1801 gaven ze de Franse troon op.
Halverwege de 14e eeuw nam het aantal mensen niet meer toe. Dat kwam door de Pest (Zwarte Dood). Het werd veroorzaakt door rattenvliegjes die meekwamen op schepen van Azië naar Europa. Wereldwijd stierven er zo’n 5 miljoen mensen aan de pest. Engeland werd als eerste getroffen in 1348. De halve bevolking ging eraan als gevolg van tekorten op de arbeidsmarkt en grond die niet geploegd werd. Dit zorgde voor een economische neergang.
Toen de Engels monarchiën nog steeds in gedachten verzonken waren in Frankrijk, was er onrust onder de burgers thuis.Het arbeidstekort door de Pest maakte de boeren zelfverzekerder. Ze begonnen met vragen voor meer rechten, culminerend in openlijke opstand in 1381 The Peasants’ Revolt. Koning Richard II (14 jaar oud) slaagde erin de opstand te stoppen en was net zo hard tegenover de lagere klassen als altijd.
Na de 100 jarige oorlog was er de vraag wie er op de troon moest komen. Er waren twee kanshebbers ‘’the House of Lancaster’’ en ‘’the House of York’’. Er werd veel gevochten. Eerst was de troon in handen van de ene partij en later weer in handen van de ander..

Blz 20
1455-1485: ‘Wars of Roses’: symbool voor Lancaster was een rode roos, voor York een witte. The Tudors zaten van 1485-1603 op de troon
In deze tijd was er veel Franse invloed te zien in literatuur (Franse verhalen (Roman de la Rose), introductie van rijm) en architectuur (Romeinse bouwstijl; gotische stijl met decorative  elementen)

Pas in de 14e eeuw wordt het belangrijk literatuur in je eigen taal te gaan schrijven. De bekendste naam van deze tijd is Geoffrey Chaucer van zijn werk the Canterbury Tales. Ook een beroemde schrijver was Thomas Malory – Morte d’Arthur, een verzameling van Engelstalige verhalen over koning Arthur, verscheen in 1500.
De bekendste genres waren: Fabels, ballades en romans

(als iemand de antwoorden van blz 36 heeft, dan zou dat heel fijn zijn!!)
Sir Gawain and the Green knight (ridderroman, 1380)
Heer Gawein en de Groene Ridder is geschreven in lange allitererende versregels, waarbij elke regel is opgesplitst in twee helften, gescheiden door een cesuur. Elke helft bevat twee beklemtoonde lettergrepen, en de eerste drie beklemtoonde lettergrepen van elke regel zijn in stafrijm (in regel 518 wordt hier overigens van afgeweken).
Elke strofe eindigt met vijf regels die rijmen volgens het ababa-schema in de Oudengelse bob-and-wheel-vorm. Hierbij vormt de eerste regel de bob: een korte regel van twee lettergrepen; daarna volgt het wheel: een kwatrijn van korte regels met daarin drie beklemtoonde lettergrepen. (zie het voorbeeld hieronder; het einde van de eerste strofe)
"Most fair (a)

Where war and wrack and wonder (b)

By shifts have sojourned there  (a)

And bliss by turns with blunder (b)

In that land's lot had share" (a)
 
Sir Gawain combineert op een ingenieuze wijze twee verhaallijnen waarbij twee bekende motieven uit folklore en romances, weliswaar in een christelijke context, opduiken: die van een 'onthoofdingswedstrijd' (van de 'groene man') waarin beide partijen akkoord gaan om elkaar met zwaard of bijl te bekampen, en die van een verleidingspoging van de held door een mooie dame.[2]
De uitdaging
Na een korte introductie over de stichting van Brittannië wordt verteld over het hof van Koning Arthur in Camelot. Op nieuwjaarsdag arriveert een reusachtige groene ridder: volledig in het groen gekleed, maar ook met groen haar en een groene huid. Ook zijn paard is groen. Hij daagt de aanwezigen uit hem met zijn eigen bijl een slag toe te brengen. In ruil daarvoor vraagt hij het recht om over een jaar en een dag terug te slaan. Heer Gawein accepteert de uitdaging en slaat de groene ridder het hoofd af. Deze pakt zijn hoofd op en gebiedt Gawein hem over een jaar en een dag bij de Groene Kapel te ontmoeten, waar hij terug zal slaan. Hierop rijdt de groene ridder de poort uit.
De verbintenis
De dag na Allerheiligen gaat Gawein dan op weg, op zoek naar de Groene Kapel. Uiteindelijk arriveert hij bij een kasteel, waar hij gastvrij wordt onthaald. Hij hoort van de kasteelheer dat de Kapel hier vlakbij gelegen is en besluit de feestdagen in het kasteel door te brengen. De heer vraagt Gawein drie dagen te blijven om zijn vrouw op te beuren en bovendien een verbintenis met hem aan te gaan: hij zal gaan jagen in het bos en wat hij vangt zal hij aan Gawein geven. Gawein zal in ruil aan de heer geven wat hij in het kasteel ontvangt. De volgende avond krijgt Gawein van de burchtheer een aantal hindes aangeboden, die hij verschalkt heeft. In ruil geeft Gawein de heer de kus, die hij van de kasteeldame ontving. De tweede avond presenteert de heer hem een groot zwijn en Gawein geeft hem in ruil twee kussen.
Op de derde morgen ontvangt Gawein van de dame drie kussen en een groene zijden gordel, die de drager onkwetsbaar maakt. Hij heeft haar moeten beloven niemand te vertellen dat ze hem de gordel heeft gegeven. Die avond keert de burchtheer terug met een vos, waarvoor hij drie kussen ontvangt, maar van de gordel spreekt Gawein niet.
De Groene Kapel
Gawein vindt de groene ridder en biedt deze zijn nek aan. Twee maal maakt de groene ridder aanstalten om te slaan, maar houdt in. De derde slag schampt Gaweins nek en verwondt hem maar lichtjes. Daarop onthult de groene ridder dat hij de burchtheer is en dat hij zijn dame naar Gawein toestuurde om hem op de proef te stellen. Gawein heeft de proef van begeerte doorstaan, maar door de gordel te houden toch een beetje gefaald. Hiervoor ontving hij bij de derde slag de lichte verwonding.

Blz 42
Geoffrey Chaucer 1343-1400. Zijn leven bracht hij door met de Engelse rechtbank. Als 16-jarige vocht hij in de Honderd Jarige Oorlog. In 1336 trouwde hij met Philippa Roet. Zij hadden twee zonen: Lewis en Thomas. Een jaar later werkte hij in dienst van de koning (Edward III) voor wij hij afreisde naar Spanje en Italië voor diplomatieke zaken, waar hij waarschijnlijk beroemde schrijvers Petrarcha en Boccaccio ontmoette.
Economisch deed hij het erg goed. Tussen 1374 en 1385 werkte hij in Londen als belastinginspecteur. Ondanks zijn verantwoordelijkheden had hij ook nog de tijd om te schrijven en te reizen. In deze periode schreef hij zijn iets minder bekende werken als The Parliament of Fowls en The House of Fame en Troilus and Criseyde
In 1385 werd hij benoemd als rechter in het land van Kent. In 1389 gaf King Richard II hem baan: Griffier van de werken van de koning. Wat inhield dat hij verantwoordelijk was voor de gebouwen als de Tower of London. Hij beheerde de koning zijn jachtlodges, molens en parken. Een jaar later werd hij bewaarde van het koninklijke bos, waar hij een hoog pensioen voor ontving. In 1399 verhuisde hij naar Londen, Westminster Abbey.(Poets’ Corner)
 
The Canterburry Tales is geschreven tussen 1386 en 1400. Het gaat over een pelgrimstocht naar de graaf van Saint Thomas Becket, een bisschop die in 1170 was vermoord door de volgers van de koning. De proloog beschijft hoe een groep pelgrims elkaar in Londen ontmoeten en samen naar Canterburry gaan. Om de tijd te verdrijven vertellen ze elkaar verhalen onderweg. De herbergier belooft een gratis maaltijd aan degene die het beste verhaal vertelt. Chaucer gaat dood voordat hij zijn verhaal kan afmaken. Er zouden ongeveer 120 vehalen in de Tales moeten staan (maar hij kon er maar 22 afmaken): twee verteld door elke pelgrim op de heenweg en nog eens twee op de terugweg.
 
De tekst begint met een General Prologue (introductie) die de lezer uitlegt wie de mensen zijn en hoe ze elkaar kennen en samengekomen zijn. Een boeiende beschrijving over de pelgrims staat ook in de introductie. De verteller van het verhaal is Chaucer zelf. Verschillende vertellers van de verhalen beginnen hun verhaal met een persoonlijke inleiding waarin zij iets zeggen over zichzelf en soms ook over het vorige verhaal.

Een charme van de Tales is de individualiteit van de karakters: ze komen uit alle lagen van de bevolking en zijn niet gelijk aan elkaar. Hoewel de verhalen volledig zijn, worden ze op verschillende manieren aan elkaar gekoppeld. Dit zien we bijvoobeeld in de eerste twee verhalen, verteld door de ridder en de molenaar.




 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten