De republiek
der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648
Samenvatting Historische Context 2 (vwo 6)
Door: Fae den Boer
Tip: Bekijk de filmpjes van Joost van Oort op YouTube
§1 De christelijke Kerk in West-Europa
Groeiende kritiek op de katholieke Kerk
rond 1600
Er ontstond
begin 16e eeuw een scheuring in de katholieke kerk; sommige critici
vonden dat de Kerk de Bijbel anders uitlegde dan volgens hen voor de hand lag
en dat de Kerk er gebruiken op na hield die nergens in de Bijbel terug te
vinden waren à
Hervormers splitsen zich af en
stichten een nieuwe kerk (protestantse
kerken, protestantisme)
De
Nederlander Erasmus wilde slechts de aflaathandel in de katholieke Kerk
afschaffen (hij splitste zich niet af).
Luther
(1483-1546) & Calvijn (1509-1564) kregen de meeste aanhangers.
1517: Luther
vatte zijn kritiek op de katholieke Kerk samen in 95 stellingen die hij op de
kerk van Wittenberg spijkerde à de Paus eiste dat hij zijn opvattingen
zou herroepen. Karel V wilde katholicisme in zijn gebieden handhaven en daagde
Luther voor de Rijksdag. Omdat Luther zijn
stellingen niet introk, vaardigde Karel V direct na de Rijksdag het Edict van Worms (1521) uit, waarmee Luther in de rijksban werd gedaan en vogelvrij werd verklaard. Ook werd er bevolen zijn boeken en
geschriften te verbranden. Luther was tevoren echter al in veiligheid gebracht
door vorst
van Saksen, waardoor de rijksban niet nageleefd kon worden. Ook waren Luthers
geschriften al zo wijdverbreid, dat het onmogelijk bleek zijn gedachtegoed uit
te bannen
Kritiek van
Luther op de katholieke Kerk:
·
Hij
verkondigde dat de machtsaanspraken en zelfgemaakte wetten en regels van de
rooms-katholieke Kerk onterecht waren
·
Alleen
de Bijbel was volgens hem richtinggevend à iedereen moest de Bijbel in de
volkstaal lezen
·
Men
kwam niet in de hemel door goede werken te doen en de Kerk te betalen maar door
in God te geloven. Hij was tegen de aflatenhandel
·
Pausschap,
celibaat, veel sacramenten, de heiligenverering en de kloosterorden afschaffen
(stond niks over in de bijbel).
Luther zocht
en vond steun bij Duitse vorsten voor zijn opvattingen. Voor vorsten was het
lutheranisme aantrekkelijk:
·
Vorsten
werden het hoofd van de Kerk
·
Konden
de kloosters sluiten en de bezittingen van kloosters overnemen
·
Volgens
het lutheranisme moesten onderdanen de vorst altijd gehoorzamen, ook als de
vorst zich slecht gedroeg.
Vrede van Ausburg (1555): Vorsten dwongen Karel V de afspraak
‘’cuius regio eius religio’’ af à vorst bepaalde het geloof van zijn
onderdanen à
Karel V is hier niet blij mee omdat hij juist eenheid onder de christenen
nastreefde.
Verschillen
tussen het lutheranisme en calvinisme:
Lutheranisme
|
Calvinisme
|
Vorst is
het hoofd van de kerk
|
Iedere
‘gemeente’ bestuur zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen
|
Mogen niet
tegen hun vorst in opstand komen
|
Mogen in
opstand tegen hun vorst komen als deze tegen Gods gebod handelt.
|
§2 De Opstand in de Nederlanden breekt uit
Twee indirecte oorzaken:
1. De
sterke positie van de stedelijke burgerij in de Nederlanden
2. De
splitsing van de christelijke Kerk door de Hervorming
1: opbloei
van handel en nijverheid zorgden voor welvaart onder burgers. Hier profiteerden
de Bourgondische vorsten weer van door het heffen van belastingen in ruil voor
privileges aan de gewesten. In 1477 werd Maria hertogin van Bourgondië. Zij
schonk de gewesten allerlei rechten zodat zij haar zeker zouden steunen. De
Gewestelijke Staten mochten zo bijeenkomen wanneer zij wilden.
2: grootste
deel bleef katholiek in de Nederlanden. Protestantisme nam echter toe.
Twee directe oorzaken voor het ontstaan
van de Opstand:
1.
Karel V en Filips II gaan protestanten
streng vervolgen
2.
Karel V en Filips II streven naar
centralisatie en ongedaan maken van privileges
1: om de
katholieke Kerk te handhaven, vervolgden zij protestanten met steeds strengere
plakkaten. Veel plaatselijke bestuurders waren het er niet mee eens omdat zij
verdraagzaam waren, vervolging wegens godsdienst afkeurden en plakkaten inbreuk
op hun rechten vonden.
2: De
burgerij wilde juist vrijheidsrechten behouden en vastleggen. Dit botste dus
met de centralisatie van Karel V en Filips II

In april
1566 bood een groep lagere edelen aan landvoogdes Margaretha van Parma een Smeekschrift aan met het verzoek de
kettervervolgingen te matigen à ze beloofde plakkaten minder streng te zullen
uitvoeren en stuurde het smeekschrift naar Filips II à calvinisten durfden zich aan openlijke acties te
wagen (bijv hagenpreken) à
Beeldenstorm (protestanten in verzet tegen katholieken)
Landvoogdes
Margaretha van Parma wist de orde te herstellen door concessie te doen aan de
calvinisten. Toch werd Alva door Filips II (hij gaf de adel de schuld van de
beeldenstorm) naar de Nederlanden gestuurd met een leger als reactie op de
Beeldenstorm (1567). Margaretha nam ontslag à Alva werd landvoogd. Alva verving Willem van Oranje
door de graaf van Bossu.
Raad van
Beroerten werd ingesteld door Alva om
mensen die deelgenomen hadden aan de Beeldenstorm te straffen à velen vluchten naar het buitenland, oa Willem van
Oranje.
Het beleid
van Alva werd de eerste directe oorzaak (aanleiding) van de Opstand.
1568: Willem
v. O viel met zijn leger noord- en zuidNL binnen vanuit Duitsland. Doel:
bevolking in opstand laten komen tegen Alva à mislukte. De Geuzen (aanhanger
Willem v.O) gaven niet op.
De
(water)geuzen bestonden uit calvinisten die voor Alva gevlucht waren. Zij
voorzagen in hun levensonderhoud door kaaptochten langs de Nederlandse kust.
1 april
1572: Watergeuzen nemen Den Briel in beslag à Steden in Holland en Zeeland sluiten zich bij de
Opstand aan.
De Staten van Holland besloten:
- Gezamenlijke financiering van de strijd
- Willem van Oranje te erkennen als
stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht
Dit was in
twee opzichten revolutionair:
- Alleen de landsheer (Filips II),
landvoogd(es) of de stadhouder had het recht een Statenvergadering bijeen te
roepen;
- Alleen de landsheer mocht een stadhouder
benoemen.
(Willem van
Oranje wenste gelijkwaardigheid tussen katholieken en protestanten. Hij
gebruikte veel propaganda om mensen op te roepen mee te doen in de Opstand
(volkslied, nationalisme à
gemeenschappelijke vijand: Spanje)
Religievrede: zowel
katholicisme als calvinisme moest worden toegestaan in steden en dorpen
waar meer dan honderd gezinnen dat wilden. à Mislukte uiteindelijk doordat radicale
katholieken en –protestanten zijn ideeën afwezen. De calvinisten lukte het een
overheersende invloed uit te oefenen:
- Zij vormden een minderheid maar waren
beter georganiseerd dan andere bevolkingsgroepen.
- Hun geloof bood inhoudelijke steun voor
de strijd tegen het Spaanse gezag; strijd voor het ware geloof.
Willem kon
hun steun goed gebruiken en deed concessies aan hen. Toch bleef hij zich
inzetten voor een gematigde koers in godsdienstige zaken.
Koning
Filips II bleef buiten schot in de propaganda van Willem v.O.:
- Was verboden (behalve in calvinistische
gebieden) om in opstand te komen tegen de koning omdat hij aangesteld was door
God
- Filips II verbleef in Spanje en de
Nederlanden hadden meer te maken met zijn landvoogd en zijn soldaten. (Kritiek
tot hen richten was dus effectiever.)
Alva
ondernam weinig actie na de inname van Den Briel à opstandelingen konden zich organiseren à Alva vreesde een aanval vanuit
Frankrijk waar de hugenoten en Franse
katholieken elkaar bestreden. Als de hugenoten overwonnen zouden zij
waarschijnlijk de Nederlandse protestanten steunen. Dus liet Karel IX zijn zus
in augustus 1572 trouwen met een hugenoot (Hendrik van Navarra). Na de bruiloft
werden bijna alle protestantse leiders vermoord (Navarra niet). Deze gebeurtenis
heet de Bloedbruiloft. Hendrik van
Navarra werd uiteindelijk koning van Frankrijk en hij was voor
godsdienstverdraagzaamheid (werd in 1610 door een fanatieke katholiek vermoord).
Na de bloedbruiloft gaf Alva de kans op Franse steun voor de protestanten
vanuit Frankrijk op.
Alva
ondernam weinig actie tegen de Opstand in H’land en Z’land à de opstandelingen kregen de gelegenheid
zich te organiseren. Later stuurt hij toch een leger naar Holland en Zeeland,
maar de strijd verloopt uiteindelijk moeizaam à Fillips II vervangt Alva in 1573 door
Requesens omdat Alva de opstand in Holland en Zeeland niet weet te bedwingen.
Lukte Alva
en Requesens niet de opstand te onderdrukken:
- Filips II niet genoeg geld (à Spaanse soldaten gaan plunderen)
- Holland en Zeeland wisten hoe ze om
moesten gaan met het vele water en de Spanjaarden wisten dat minder goed.
In maart
1576: stierf Requesens onverwacht en er was niet direct een opvolger
beschikbaar à
Holland en Zeeland konden hiervan profiteren.
Het ontzet
van Leiden:
1572: Leiden
sluit zich aan bij de Opstand à Spanjaarden vinden dat niks en in 1573
omsingelen ze Leiden ongeveer een jaar lang en hongeren de stad uit à de Staten van Holland prikken in 1574
de dijken door rond Leiden à Spanjaarden vluchten à vers voedsel kan per boot de stad in.
Tot 1576
blijft de Opstand bij Holland en Zeeland. Maar doordat Filips II niet genoeg
geld heeft en dus zijn soldaten niet betaalt, gaan de soldaten plunderen à Pacificatie van Gent (1576) =
vredesverdrag tussen de opstandige gewesten Holland en Zeeland en de andere
Nederlandse gewesten:
- Spaanse troepen verjagen
- Holland en Zeeland protestants, rest
katholiek
- Gewetensvrijheid (behalve Holland en
Zeeland)
Maar de
godsdienstkwestie leidde snel tot het mislukken van de Pacificatie van Gent:
- Calvinisme blijft groeien in bijv
Vlaamse en Brabantse gewesten à Unie van Atrecht (1579) wordt opgericht
door zuidelijke katholieke gewesten om met de Spanjaarden de calvinisten te
verdrijven (onderwierp zich aan Filips II en erkende de nieuwe Spaanse landvoogd
Parma (zoon van Margaretha)).
- à Unie van Utrecht (1579): opstandige
gewesten tegen Spanjaarden.
In 1578 is
Amsterdam als enige Hollandse stad nog katholiek. Opstandelingen proberen
Amsterdam aan hun kant te krijgen:
- Propaganda
- 1577: aanval door opstandelingen
- Handelsblokkade
Katholiek
bestuur verlaat de stad à
Amsterdam is protestants.
In vier
fasen wordt de Republiek der Verenigde Nederlanden gefixt:
1.
De noordelijke gewesten sluiten de Unie
van Utrecht
2.
Filips II verklaart Willem v.O vogelvrij
in 1580
Wie
hem zou doden, zou door de koning beloond worden à officiele breuk tussen vorst en
opstandige gewesten.
3. In
het Plakkaat van Verlating wordt Filips II afgezet in 1581
Parma haalde Filips II over Willem vO in de ban te
doen wegens hoogverraad.
Unie van Utrecht brak officieel met Filips II door
het Plakkaat van Verlating à Staten-Generaal
hadden het recht een andere vorst te kiezen.
Zo waren de Nederlanden definitief verdeeld tussen de
opstandige gewesten en de gewesten die Filips als vorst bleven erkennen.
4. De Republiek der Verenigde Nederlanden ontstaat in
1588
Er waren verschillende kandidaten voor een nieuwe
vorst, maar deze wilden vaak meer macht dan de gewesten bereid waren hen te
geven. Nadat Willem van Oranje was vermoord door een fanatiek katholiek (1584)
besloten de gewesten zonder vorst verder te gaan à Republiek der
Verenigde Nederlanden (1588).
Na het Plakkaat van Verlating hadden de opstandige gewesten met grote
tegenslagen te maken:
-
Moord op Willem van Oranje
-
Vergeefse zoektocht naar staatshoofd
-
Militaire successen van Parma vanaf 1578 tot 1592;
Parma veroverde uiteindelijk Antwerpen in 1585. Hij drong het gebied van de
opstand terug tot Holland, Zeeland, Utrecht en delen van Overijssel en
Gelderland. Parma moest van Filips zijn aandacht richten op strijd tegen
Engeland en later Frankrijk à geluk voor
Nederlanden.
De Armada (Spaanse vloot die
Engeland moest gaan veroveren) werd een mislukking.
Republiek kon ontstaan door:
-
Engeland en Frankrijk voerden herhaaldelijk oorlog met
Spanje en konden de Republiek goed als bondgenoot gebruiken.
-
Opstandige Nederlanden hadden het geluk dat Filips II
ook andere oorlogen voerde, waaraan hij vaak prioriteit verleende.
-
Het leger van de Republiek werd door stadhouder
Maurits en later Frederik Hendrik uitnemend geleid à wisten grondgebied te behouden en later uit te
breiden
-
Rond 1600 groeide de Europese handel van de Republiek
uit naar internationale handel ondanks de godsdienstige tegenstellingen.
Bestuur in de Republiek: Filmpje 8, HC de Republiek, Joost van Oort
(YouTube) https://www.youtube.com/watch?v=G2Qut1ex2W0&index=8&list=PLiIYa8Sijh22sjRmfmLXNhDNiK91-8OFH
§3 De afloop van de oorlog
1609: Twaalfjarig Bestand. Doel:
uiteindelijk vredesverdrag. Kwam de Spanjaarden goed uit (voor hun andere
oorlogen hadden ze geld en mankracht nodig). In de Republiek besloten de
Staten-Generaal (onder invloed van Oldenbarnevelt) en de Staten van Holland
ertoe; maar er waren veel tegenstanders.
à mislukte
Doordat er even niet op het buitenland gefocust werd, kon men zich op het
eigen land gaan focussen. Er ontstaat verdeeldheid:
Politieke
verdeeldheid:
Johan van Ordenbarnevelt (en de Staten van Holland):
-
Vrede kost minder belastinggeld (voor Holland)
-
Vrede is beter voor de handel (van Holland)
-
Wil dus permanente vrede
Maurits (stadhouder, legerleider) en de andere gewesten:
-
Oorlog is beter voor de Republiek (en de macht van de
stadhouder) à
machtsuitbreiding
-
Andere gewesten zagen de oorlog als mogelijkheid tot
het veroveren van meer gebieden in het Zuiden en zo het calvinisme verder te
verbreiden
Religieuze
verdeeldheid:
Oldenbarnevelt:
-
Men heeft wél invloed op Gods keuze
Maurits:
-
Men heeft geen invloed op Gods keuze
Maurits wil dat er een nationale kerkvergadering komt om voor duidelijkheid
te zorgen zodat het weer rustiger wordt in de Republiek. Johan van
Oldenbarnevelt vindt dat niks:
-
Hij wil dat er per gewest beslist wordt
-
Hollandse steden mogen zelf soldaten inhuren om de
onrust te verminderen
Met dat laatste zegt Oldenbarnevelt indirect dat soldaten niet naar hun
legerleider (Maurits) hoeven te luisteren à Maurits laat
Oldenbarnvelt arresteren (1618) à wordt in Den
Haag gevangengezet à onthoofd in
1619
In 1621 wordt de oorlog tegen de Spanjaarden voortgezet. Maurits en zijn
opvolgers weten steeds meer gebied te veroveren.
1648: de Vrede van Munster, einde van de Opstand. Redenen van beide
partijen vrede te sluiten:
-
Spanje voerde in de Nederlanden al jaren een strijd op
twee fronten: in het noorden tegen de opstandige gewesten, in het zuiden tegen
steeds weer binnendringende Franse legers. Spanje wilde zich op de oorlog tegen
Frankrijk concentreren.
-
In de Republiek wilde vooral Holland vrede, want dat
gewest moest het grootste deel van de oorlogskosten opbrengen, dat lukte steeds
minder goed. Ook was vrede gunstig voor de Hollandse handel.
Belangrijkste gevolg van de Vrede van Munster was dat de Republiek der
Verenigde Nederlanden internationaal als onafhankelijke staat werd erkend.
Andere bepalingen van het verdrag:
-
Republiek erkenden de grens met de Zuidelijke
Nederlanden als definitief
-
De Schelde bleef gesloten
-
Spanje ging zich toeleggen op verdediging van de
zuidgrens van de Zuidelijke Nederlanden (tegen Frankrijk)
-
Spanje en Portugal erkenden de bezittingen van de
Republiek in Brazilië en in Azië, waardoor de handelspositie van de Republiek
werd versterkt.
§4 Waardoor
ontstond de Gouden Eeuw?
Gouden Eeuw wordt zo
genoemd omdat scheepvaart, handel en nijverheid, kunst en wetenschap in
korte tijd tot bloei kwam. De Hollanders vestigden handelsposten all over the
world.
Indirecte oorzaken van economische groei in de Noordelijke
Nederlanden tijdens de Opstand:
-
Moedernegotie: het importeren van goedkoop
graan uit het Oostzeegebied. Adel had daar in werkelijkheid niet veel macht
over hun grootgrondbezit à boeren staan open voor ‘’nieuwe’’ dingen en besluiten dus grote hoeveelheden
graan te gaan verbouwen en die te verkopen aan de Republiek. Deze graanhandel
werd de eerste belangrijke vorm van handel voor de Republiek. à Ontstaan
internationaal handelsnetwerk
-
Ontbreken van een feodale traditie: in het grootste deel
van de Republiek ontbrak een feodale traditie en konden ‘’boeren doen wat ze
wilden.’’
Directe oorzaken:
-
Specialiasatie en commercialisering: Door de moedernegotie
en de vrije boeren ging Holland zich specialiseren in één bepaald product die
ze niet voor eigen gebruik houden maar gaan exporteren. à Ontstaan nieuwe
handelsproducten
-
De val van Antwerpen en het afsluiten van de Schelde: Toen Antwerpen tot de Spanjaarden behoorden, sloten de Hollanders en de
Zeeuwen de Schelde af. Rijke Antwerpse kooplieden trokken naar Amsterdam à A’dam neemt rol
Antwerpen over.
Het noorden kwam zo in contact met nieuwe bedrijfstakken;
textielnijverheid (stond in de Zuidelijke Nederlanden op zeer hoog niveau). Ook
brachten de immigranten vanuit het zuiden technische kennis met zich mee.
Twee handelsondernemingen voor handel met de wereld:
·
VOC (1602)
- monopolie op
handel met Azië
- Verdreef
Portugese en Engelse kooplieden uit delen van Azië
- Handel op
Oost-Indië het belangrijkst
- Handelsverdragen
met inheemse bevolking over verbouwing van specerijen
·
WIC (1621)
- monopolie op handel met Amerika
- Koloniën in
Amerika (Nieuw-Nederland in Noord-Amerika (1624-1664) met Nieuw-Amsterdam,
later New York, Pernambuco in het huidige Brazilië (1630-1654) en Suriname
(1667) en delen van het naburige Guyana (na 1814 Brits)
- Noord-Amerika:
bont
- Midden- en
Zuid-Amerika: plantageproducten als koffie, suiker, cacao en tabak
- Slavenhandel van
West-Afrika naar Amerika.
Door de scheepvaart en de handel kwam ook de nijverheid tot ontwikkeling:
-
Voor de scheepvaart waren scheepswerven en
zeilmakerijen nodig. Veel schepen werden met kanonnen uitgerust
-
Veel handelsproducten werden eerst bewerkt en dan pas
doorverkocht à ontstaan
soorten nijverheid (bijvoorbeeld: weverijen, koffiebranderijen,
suikerraffinaderijen, tabakverwerkende bedrijven).
§5 De cultuur in
de Gouden Eeuw
Beleid van de Republiek was gericht op de economie, redenen:
-
Veel regenten waren handelaar of kwamen uit families
van handelaren
-
Voor de Nederlandse Opstand was geld nodig.
1. Regenten en de gegoede burgerij (10%)
2. Kleine burgerij
(25%)
3. De rest van de
bevolking (60-70%)
In die groeiende economie waren er migranten nodig. Dus boden
stadsbestuurder buitenlandse kooplieden goede faciliteiten, waaronder voor die
tijd vergaande religieuze vrijheden.
Grote schilders uit 17e eeuw: Frans Hals, Jan Steen,
Johannes Vermeer en Rembrandt.
Verklaring bloei schilderkunst:
-
Vóór 17e eeuw was kunst voor vorsten
en kerken, nu was er geen vorst meer en de protestantse kerk was eenvoudig
ingericht à rijke burgers
bestelden kunst ter decoratie.
-
Schilders beschouwden zichzelf niet als kunstenaars
maar als vakmensen die geld probeerden te verdienen
Twee groepen mensen die schilderijen gingen bestellen:
1. Stadsbesturen en
bestuurders van wees- en armenhuizen
2. Gegoede en
kleine burgerij
Oorzaken bloei van het drukwerk:
-
De drukkers gaven allerlei soorten boeken uit die men
ook in het buitenland graag kocht
-
Veel buitenlanders lieten hun boeken in de Republiek drukken,
bijv omdat hun boek in eigen land verboden was à ontstaat:
winstgevende handel in verboden boeken
-
Internationale wetenschappers vestigden zich in de
Republiek, aangetrokken door het tolerantere klimaat.
§6 Het einde van
de Gouden Eeuw
Republiek was welvarender dan grote landen als Engeland en Frankrijk. Einde
van de 17e eeuw kwam er een einde aan de Gouden Eeuw:
-
Engeland en Frankrijk hadden lange tijd veel
binnenlandse problemen. Rond 1660 losten ze deze op.
-
Zij gingen toen hun handel en nijverheid beschermen
door hoge invoerrechten te laten betalen voor producten uit het buitenland.
-
Zij gingen ook zelf meer handeldrijven à Republiek kon minder producten aan die staten
verkopen.
à ontstaat
werkloosheid in de Republiek. Toch blijft ze een belangrijke handelsstaat.
Einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten