Eind 19e eeuw: VS gaat zich met de wereld buiten het Amerikaanse vasteland bemoeien.
Er was echter een minder grote eensgezindheid om zich in een imperialistische avonturen te storten dan onder de West-Europeanen.
Rond 1900 zouden de Amerikaanse imperialisten hun zin doordrijven in de politiek. De VS namen ook deel aan WO I. Daarbij ging het niet om imperialisme.
Na WO I kwam tegenover het internationalisme van president Wilson (hij wilde VS mee laten doen aan de Volkenbond) het isolationisme te staan.
Isolationisme: VS zo onafhankelijk mogelijk alleen voor hun eigen belangen laten opkomen.
Door WO II verloor isolationisme betekenis.
§7 De economische crisis en de New Deal
De economische crisis van 1929
Regering van jaren '20 was van mening dat de overheid zich zo min mogelijk met het bedrijfsleven moest bemoeien; Economie overlaten aan zakenmannen en stakingen onderdrukken.
1928: Hoover (1929-1933 president) wint de Republikeinse presidentskandidaat-verkiezingen. Hij beloofde de Amerikanen veel goeds (''een kip in de pan en een auto in de garage'')
1929: doei Republikeinse welvaart. Er werden steeds minder auto's verkocht, minder huizen gebouwd en aandeelhouders werden ongerust -> begonnen hun aandelen te verkopen.
De banken hadden in de tijd van de economische groei veel geld uitgeleend aan klanten. Voor banken was dit voordelig omdat ze er geld voor kregen. Maar ze leenden meer geld uit dan ze bezaten, normaal is dat geen probleem. Echter konden mensen hun geleende geld niet meer terugbetalen omdat hun aandelen niets meer waard waren. Banken moesten klanten uitbetalen in contanten. Banken die dat niet konden, gingen failliet. Daardoor gingen weer veel bedrijven en particulieren failliet.
Hoe kon de crisis ontstaan?
- slechte verdeling van inkomsten
- overproductie in de industrie (hoewel de markt verzadigd was, gingen de bedrijven door met de productie en bleven dus met grote voorraden zitten)
- Overproductie in de landbouw (Tijdens WOI konden boeren veel naar Europa uitvoeren. Deze markt viel weg en boeren bleven met overproductie zitten-> failliet -> overname door andere boeren -> bedrijven moderniseren met geleend geld -> overproductie -> prijzen daalden -> boeren konden schulden niet meer terug betalen. Ook fabrikanten die de machines leverden verkochten minder en raakten in financiële problemen)
- onvoldoende controle op banken (een betere controle op banken had misschien kunnen voorkomen dat banken teveel geld uitleenden)
De eerste New Deal van Roosevelt
De crisis werd het begin van een depressie (= grote economische teruggang)
In 1933 was 25% van de mensen werkeloos, het inkomen per hoofd van de bevolking zakte enorm en lonen daalden met gemiddeld 40-60%.
Er kwamen opstanden tegen Hoover en de Democraat Franklin Roosevelt werd zijn opvolger. Roosevelt vond dat de regering wel verantwoordelijk was voor de burgers die buiten hun schuld in moeilijkheden waren geraakt.
Roosevelt kwam met de New Deal. Hij bedoelde hiermee een groot aantal sociaal-economische maatregelen om de economie weer op gang te brengen en de nationale eenheid te stimuleren.
Herstel en vertrouwen in banken
Roosevelt liet alle banken een week dicht voor publiek. Grote banken konden hun voorraad zo bijvullen en kleine banken verdwenen. Zo werd het vertrouwen in bankensysteem hersteld. Men ging er weer geld naartoe brengen ipv vanaf halen.
Steun aan de boeren
Boeren die hun productie wilden beperken, kregen subsidie.
Doel: akkerbouw- en veeteeltprijzen omhoog laten gaan.
De eerste New Deal bracht echter niet veel verandering voor kleine boeren en landarbeiders. Dat zou pas later komen.
Het bedrijfsleven werd aangespoord afspraken te maken en na te leven
De wet NIRA (National Industrial Recovery Art) nodigde het bedrijfsleven uit om afspraken te maken met de overheid.
Doel: overproductie en slechte werkomstandigheden tegengaan.
Bleek uiteindelijk niet het wondermiddel voor economisch herstel; te veel bedrijven deden niet mee.
Met grote projecten worden werklozen aan het werk geholpen
De federale regering gaf veel geld aan deelstaten voor steun aan behoeftigen. Ook nam de regering daarnaast allerlei maatregelen om werklozen aan de slag te krijgen: In 1935 richtte ze de Work Progress Administration (WPA) op. Deze was erg actief maar kon uiteindelijk maar 25% van de werklozen helpen. De rest bleef afhankelijk van directe steun van andere instanties.
De tweede New Deal van Roosevelt
Het harmoniemodel wordt vervangen door een conflictmodel
Het bedrijfsleven werd na de verkiezingen van '34 gedwongen mee te werken via wetten.
Eerste New Deal: periode waarin Roosevelt probeerde zijn plannen in harmonie door te voeren met het bedrijfsleven
Tweede New Deal: De periode waarin hij zijn plannen tegen de oppositie van het bedrijfsleven in probeerde te voeren.
Geboorte van de verzorgingsstaat
1935: Begin van verzekeren van werknemers tegen ziektekosten, werkloosheid en ouderdom door invoering van de Social Security Act (SSA). Landarbeiders en huishoudelijk personeel vielen buiten deze wet.
Het geld voor deze verzekering moest worden opgebracht door de werknemers en vooral door werkgevers -> werkgevers protesteerden. Zij vonden steun bij de Republikeinse partij die in 1936 Roosevelt verweet van de VS een socialistische staat te willen maken. Roosevelt ontkende en zei dat recht op vrijheid ook bestaanszekerheid inhield. Roosevelt kreeg meeste aanhang. Republikeinen zouden het principe van het bestaan van sociale verzekeringen aanvaarden. Sindsdien is de grote vraag in welke gevallen sociale verzekeringen moeten bestaan en hoe hoog de uitkeringen moeten zijn.
Echter wil men in de VS meer overlaten aan de burgers zelf in verhouding tot Europa
De positie van vakbonden wordt versterkt
De regering probeerde de positie van vakbonden te versterken. Tegenover werkgevers moesten sterke vakbonden staan. De National Labo Relations Act ( NLRA) uit 1935 gaf werkgevers de garantie dat zij zich konden verenigen en konden onderhandelen met hun werkgevers via vertegenwoordigers die zij in vrijheid hadden gekozen.
Big Government onder leiding van Franklin D. Roosevelt
In jaren '20 hadden werkgevers, Big Business, het voor het zeggen. Nu moesten zij macht delen op sociaal en economisch gebied met de georganiseerde werknemers, Big Labor
Daarnaast ontstond als derde macht Big Government, het bureaucratisch apparaat dat door de New Deal was gevormd. Door allerlei wetten kreeg de overheid veel meer invloed op de Amerikaanse economie dan tevoren. Het aantal federale ambtenaren steeg met 50% door de New Deal doordat er op al die weten controles uitgevoerd moest worden en de naleving ervan ook gecontroleerd moest worden.
Roosevelt werd 3x na elkaar tot president gekozen (1936, 1940 en 1944)
De laatste jaren van de New Deal
Roosevelt en het Hooggerechtshof botsen
In 1934-1936 verklaarde het hof een paar belangrijke wetten van de New Deal in strijd met de grondwet -> wetten ongeldig
Roosevelt wilde daarom het hooggerechtshof uitbreiden omdat enkele leden volgens hem te oud waren. Deze nieuwe mensen moesten vóór de New Deal stemmen. Hiermee kreeg Roosevelt stront aan de knikker omdat er dan geen sprake meer zou zijn van scheiding van de drie machten.
Oorlogsdreiging leidt tot einde New Deal
Het isolationisme was diep doorgedrongen bij de Amerikanen. Als Roosevelt zou willen dat de Amerikanen aan de kant van de West-Europese democratieën zouden vechten tegen nazi-Duitsland, had hij steun nodig van de Amerikanen. De zuidelijke Democraten zeiden dat ze Roosevelt zouden helpen als hij de New Deal niet verder zou uitbreiden (zuidelijke Democraten waren conservatief en steunden in sommige gevallen dus de Republikeinen). In 1939 legde hij zich daarbij neer en zei dat hij voorlopig niet naar nieuwe veranderingen in de Amerikaanse samenleving zou streven -> New Deal ten einde
De buitenlandse politiek kreeg voorrang op de binnenlandse.
Nationale solidariteit was opnieuw geboden. Maar nu tegen de gevaren van buitenaf en niet van binnenuit.
§8 De macht van de president sinds 1945
Truman neemt belangrijke beslissingen, maar stuit op veel verzet
april 1945: Roosevelt sterft -> Harry Truman volgt hem op (1945-1953)
Eisenhower en Dulles (minister buitenlandse zaken) vonden de buitenlandse politiek van Truman te slap. Truman wilde het communisme in bedwang houden en Dulles wilde het communisme in Oost-Europa terugbrengen. Dit lukte niet want het zou leiden tot een oorlog.
Eisenhower liet zoveel mogelijk aan de afzonderlijke staten in de VS over wat betreft het binnenlandse beleid.
De Democraat John F. Kennedy volgt Eisenhower op (1961-1963)
Buitenlandse politiek:
Binnenlandse politiek
Vanaf het moment dat de aanslag op de Twin Towers plaatsvond, richtte Bush jr. zich op de buitenlandse politiek -> verklaarde ''oorlog aan het terrorisme''
Volgens VS was de aanslag georganiseerd door terreurorganisatie Al Qaida (leider: Osama bin Laden). Deze zouden zich ophouden in Afghanistan, gesteund door het Afghaanse Talibanbewind
Truman neemt belangrijke beslissingen, maar stuit op veel verzet
april 1945: Roosevelt sterft -> Harry Truman volgt hem op (1945-1953)
- stelde zich harder op tegen Rusland
- zette op gebied van binnenlandse politiek Roosevelt's plannen en ideeën voort -> Fair Deal
Republikeinen haalden in '46 weer in Huis en Senaat de meerderheid. Waarschijnlijk omdat kiezers minder invloed van de regering wilden op sociaal-economisch gebied.
Het lukte Truman om het meeste van de New Deal te behouden en ook wist hij de positie van zwarte bevolking in VS iets te verbeteren.
Toch drong hij aan op betere sociale voorzieningen voor zieken en bejaarden. Ook werd een veto van hem over een wet die stakingsrecht aanzienlijk beperkte, ongedaan gemaakt.
Toch werd Truman in 1948 president -> Republikeinen teleurgesteld -> Democraten aanvallen met allerlei middelen -> Republikeinse Eisenhower in 1952 president.
Eisenhower een populaire president met een gematigd beleid
Eisenhower:
- wilde in binnenlandse politiek minder invloed uitoefenen dan Truman
- ging ervan uit dat een stijgende welvaart de bestaande problemen zou oplossen -> bedrijfsleven moest daarom zo weinig mogelijk in de weg worden gelegd
- handhaafde het grootste deel van wat de New Deal tot stand had gebracht (tegen de zin in van de Republikeinse conservatieven)
Met de economie ging het goed, alleen de armen (voornamelijk gekleurden) profiteerden er niet van.
Oplossing Roosevelt en Truman:
- rassenprobleem oplossen door maatregelen van de federale regering
Eisenhower geloofde niet in die theorie. Maar het Hooggerechtshof namen het streven van de Democratische presidenten over. Tussen 1953-1968 deed Hooggerechtshof een aantal belangrijke uitspraken over gelijke rechten van zwarten. Eisenhower verwachtte dat het Hooggerechtshof het afwachtende regeringsbeleid zou steunen, maar dat gebeurde niet.
1954: Hooggerechtshof verklaart dat blank en zwart op scholen niet langer gescheiden mochten blijven. Gelijkheid voor allen stond volgens hen in de grondwet
Deze belangrijke uitspraak zorgde voor veel oproer onder blanken in het zuiden want deze ondermijnde de apartheid.
Kennedy wil meer leiderschap dan Eisenhower
Eisenhower en Dulles (minister buitenlandse zaken) vonden de buitenlandse politiek van Truman te slap. Truman wilde het communisme in bedwang houden en Dulles wilde het communisme in Oost-Europa terugbrengen. Dit lukte niet want het zou leiden tot een oorlog.
Eisenhower liet zoveel mogelijk aan de afzonderlijke staten in de VS over wat betreft het binnenlandse beleid.
De Democraat John F. Kennedy volgt Eisenhower op (1961-1963)
Buitenlandse politiek:
- VS weer wakker schudden: voerde een dure buitenlandse politiek
- VS moest sterkste natie blijven
Binnenlandse politiek
- Armoede, werkeloosheid en rassendiscriminatie moesten worden bestreden (politiek van de New Deal voortzetten) -> overheidsingrepen wat betreft ziekenzorg, financiële steun aan het onderwijs en de ontwikkeling van nieuwe industrieën in gebieden met grote werkeloosheid
Economisch beleid
- bedrijfsleven minder belasting betalen
- economie werd gestimuleerd door overheidsuitgaven
- werkloosheid daalde door toenemende economie
In het zuiden waren de Democraten conservatief, vandaar dat zij de Republikeinen steunden in het Congres als zij de ideeën van Kennedy te vooruitstrevend vonden.
Oppositie tegen de presidenten Johnson en Nixon
1963: Kennedy vermoord -> Johnson opvolger (1963-1969)
Meer vooruitstrevende Democraten in het Congres na verkiezingen van 1964. The Great Society, strijd tegen armoede, stonden in het programma van Johnson en het Congres juichte dat toe. Johnson stuurde vanaf '65 steeds meer soldaten naar Vietnam. Ondanks dat het de Amerikanen miljoenen dollars kostte, verhoogde Johsnon de belastingen niet (oorlog kon volgens hem makkelijk betaald worden). -> oorlog kostte uiteindelijk zo veel dat er te weinig voor zijn programma The Great Society overbleef. (klein deel is uitgevoerd)
Door oorlog in Vietnam nam de oppositie tegen het beleid van Johnson toe:
2001-2009: George Bush jr.Meer vooruitstrevende Democraten in het Congres na verkiezingen van 1964. The Great Society, strijd tegen armoede, stonden in het programma van Johnson en het Congres juichte dat toe. Johnson stuurde vanaf '65 steeds meer soldaten naar Vietnam. Ondanks dat het de Amerikanen miljoenen dollars kostte, verhoogde Johsnon de belastingen niet (oorlog kon volgens hem makkelijk betaald worden). -> oorlog kostte uiteindelijk zo veel dat er te weinig voor zijn programma The Great Society overbleef. (klein deel is uitgevoerd)
Door oorlog in Vietnam nam de oppositie tegen het beleid van Johnson toe:
- Republikeinen: wilden een harder optreden in Vietnam
- Democraten: vonden dat de oorlog ten koste ging van de binnenlandse hervormingen
In '68 kwamen er steeds meer slachtoffers van de oorlog, terwijl het einde nog steeds niet in zich kwam -> veel demonstraties tegen Johnson -> hij besloot zich niet meer herkiesbaar te stellen voor het presidentschap -> verkiezingen werden gewonnen door Nixon (Republikein)
Presidentsschap onder Nixon (1969-1974)
- er kwam een einde aan de vooruitstrevende rol van het Hooggerechtshof
- buitenlandse politiek: een wapenstilstand en daarmee de deelname van de VS aan de oorlog in Vietnam (jan 1973) en verbetering van de betrekkingen met China en Rusland
Wat had het Hooggerechtshof de jaren ervoor dan gedaan?
- had zich ingespannen voor gelijke burgerrechten van de zwarte bevolking
- einde gemaakt aan de onrechtvaardige indeling van de kiesdistricten, waardoor het platteland in het voordeel was en de grote steden in nadeel.
- bidden op openbare scholen kon niet meer verplicht worden gesteld
Nixon treed af
1972; Nixon herkozen al president maar ambtstermijn werd een mislukking
Nixon was ver gegaan wat betreft buitenlandse beleid:
- hij had beweerd dat er spoedig vrede zou komen met Vietnam -> bombardeerde rond kerstmis '72 Noord-Vietnam zonder overleg met het Congres -> Democraten vonden dat het Congres meer maatregelen moest nemen om meer controle te krijgen op de buitenlandse politiek van de president
Belangrijkste reden van aftreden:
- de corruptie in zijn regering en zijn eigen onbetrouwbaarheid
9 augustus 1974: Nixon treed af
Ford en Carter: weinig slagvaardig
macht vd president was toegenomen in de periode van Roosevelt tot Nixon. Door het gevolg van het opreden van de presidenten in de oorlog in Vietnam kwam daar verandering in:
- Het Congres beperkte de macht van de president
Nixon werd opgevolgd door Gerald, en Gerald Ford door Jimmy Carter: zij kregen te maken met achterdocht tegen het presidentschap
Reagan al wonderdokter
1980: Republikein Ronald Reagan president
- beloofde VS weer belangrijkste land in de wereld te maken
- -> mensen met uitkering zouden hiervoor offers moeten brengen
- -> minder geld uitgegeven aan sociale voorzieningen.
- Federale instellingen werden bekrompen of opgeven, maar het bedrijfsleven kreeg meer vrijheid -> economie vooruitgang
Kon zijn plannen doorvoeren omdat Republikeinen de meerderheid hadden in het Congres. Raegan leende zoveel geld dat het begrotingstekort astronomisch steeg.
Bush sr. vindt geen oplossing voor binnenlandse problemen
1988 (tm 1993): George Bush president, maar zowel in Huis van Afgevaardigden als in de Senaat hielden de Democraten de meerderheid -> Bush moest dus voorzichtig te werk gaan
Bush had beloofd de belastingen niet omhoog te doen, maar het begrotingstekort nam nog steeds toe, er was meer geld nodig voor de verbetering van de positie van arme zwarten, voor onderwijs, voor medische zorg en milieu -> belastingen toch verhogen -> Republikeinen protesteerden maar Congres steunde hem.
Er was een hoge werkloosheid (6.2%) en van het Amerikaanse zelfvertrouwen was niet veel over. Bush sr. behaalde wel buitenlandse successen met de verdrijving van de Iraakse troepen uit Koeweit.
Onder Clinton verbetert de economie
1992: Democraat Bill Clinton (1993-2001). Hij werd ook nog voor een tweede termijn gekozen
- wilde meer uitgeven dan Bush
- zou net als andere presidenten met vooruitstrevende ideeën het presidentschap leren kennen
- Democraten hadden in de eerste periode van Clinton een meerderheid in het Congres
- Republikeinen kregen vaak steun van de conservatieve Democraten als zij een voorstel van Clinton wilden hinderen
- Tijdens tweede termijn stond Clinton tegenover een Congres met daarin de Republikeinen als meerderheid
- Amerikaanse economie draaide uitstekend en begrotingstekort werd weggewerkt en werkloosheid werd weggewerkt
Bush jr. begint ''oorlog tegen het terrorisme'', de Amerikaanse bevolking raakt sterk verdeeld
Vanaf het moment dat de aanslag op de Twin Towers plaatsvond, richtte Bush jr. zich op de buitenlandse politiek -> verklaarde ''oorlog aan het terrorisme''
Volgens VS was de aanslag georganiseerd door terreurorganisatie Al Qaida (leider: Osama bin Laden). Deze zouden zich ophouden in Afghanistan, gesteund door het Afghaanse Talibanbewind
- Bush begon, met toestemming van het Republikeinse Congres, een korte oorlog (najaar 2001) -> Talibanbewind in Afghanistan werd verdreven, maar Osama bin Laden werd niet gevonden
- Bush richtte zich ook op Irak. De Iraakse leider Saddam Hoessein zou de internationale terreur steunen en in het bezit zijn van massavernietigingswapens, die een bedreiging voor de VS vormden -> Bush kreeg opnieuw toestemming om oorlog te voeren
->
- oorlog begon in maart 2003
- alleen Engeland deed mee met de VS aan de oorlog
- het bewind van Saddam Hoessein werd omver geworpen
- er werden geen massavernietigingswapens gevonden
- Irak werd tijdelijk bezet door Amerikaanse troepen
- Na enkele maanden begonnen aanslagen in Irak, eerst tegen Amerikanen, later ook tegen Irakezen die met Amerikanen samenwerkten en tegen Irakezen in het algemeen om het Amerikaanse tussenbewind in diskrediet te houden
Succes: In januari 2005 konden in Irak verkiezingen gehouden worden, maar..
- grote politieke- en godsdienstige verdeeldheid onder de Irakese bevolking
De stemming in de VS bleef verdeeld: krappe meerderheid (51%) koos voor voortzetting van beleid van Bush Jr. Hij kon het grootste deel van zijn beleidsperiode rekenen op Republikeinse meerderheid in het Congres (in tegenstelling tot Clinton)
2008: Barack Obama
Huis van Afgevaardigden en Senaat meerderheid in Democraten. Maar: in het Huis van Afgevaardigden zijn de Democraten hun meerderheid inmiddels kwijt.
De VS hebben door Obama Irak verlaten, Afghanistan nog niet.
Einde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten