Labels

maandag 8 februari 2016

Renaissance - Nederlands literatuur

1.1 De hervorming

Hervorming ontstond door:
·         onvrede over misstanden in rooms-katholieke kerk (heersende kerk in Europa)
·         Burgerij ontevreden over de macht van de kerk
De burgerij had geen invloed op kerkelijke zaken en zij wilden ruimte voor eigen geloofsinzichten en kerkdiensten in de volkstaal (ipv in het Latijn)

Maarten Luther (1483-1546): verzette zich tegen kerkelijke misstanden zoals aflaathandel
·         1517: spijkerde 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg met daarin kritiek
·         Vertaalde de bijbel naar het Duits zodat iedereen de bijbel kon lezen

Johannes Calvijn (1509-1564)
·         verdedigde de gedachte van de predestinatie (de opvatting dat het eeuwig heil afhankelijk is van goddelijke uitverkiezing)
·         Grondlegger calvinisme

calvinisme
·         Benadrukking belang van hard werken, ijver, spaarzaamheid en plichtbetrachting (deze waarden sloten goed aan bij de mentaliteit van de ontwikkelde burgerij)
·         Kreeg rond 1560 veel invloed in West-Europa en in de Nederlanden

Door de drukpers konden de opvattingen van Luther en Calvijn snel verspreid worden. Gelovigen konden nu zelf lezen wat er in de bijbel stond.
De katholieken tegen de hervormden leidden tot lange oorlogen in Europa (ook de Nederlanden werden erbij betrokken)


1.2 De Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden.

·         Nederlanden aan het eind van de middeleeuwen verenigd onder bourgondische hertogen.
·         Karel V werd heer van de Nederlanden en koning van Spanje.
·         De Nederlanden, aanduiding voor 17 verschillende gewesten.
·         In Spanje vestigde Karel V een centraal geregeerde, absolutistische heerschappij, dit wilde hij in de Nederlanden ook.
·         Zijn wens was de Nederlanden onder één vorst met onbeperkte macht en met één geloof te verenigen.
·         Hij trad streng op tegen mensen die zich aansloten bij de hervormingsbeweging.

·         In 1555 volgde Filips II zijn vader Karel V op
·         Tijdens zijn regeringsperiode nam in de Nederlanden het verzet tegen de absolutistische centralisatiepolitiek sterk toe.
·         Calvinisten verzetten zich daarnaast tegen de geloofsvervolging

·         Willem van Oranje(1533-1584) werd de leider van het verzet tegen Filips’ politiek van centralisatie, absolutisme en geloofsvervolging.
·         Dat verzet werd heftiger toen na de beeldenstorm (1566) Alva naar de Nederlanden werd gezonden die de ketterij moest neerslaan en het absolutisme definitief moest doorvoeren.
·         Dit leidde tot de Nederlandse opstand en de Tachtigjarige oorlog (1568-1648)
·         Na de moord op Willem van Oranje (1584) werden zijn zoons (Maurits en Frederik Hendrik) als stadhouders en legeraanvoerders leidende figuren in de strijd tegen Spanje.

·         In de Opstand vielen de Nederlanden uiteen in een onafhankelijke republiek in het noorden, de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden, een zuidelijk deel bleef onder Spaanse heerschappij
·         1648 Vrede van Münster einde aan de Tachtigjarige oorlog.
·         Geen einde aan interne tegenstellingen in de Republiek. Bepaalde lange tijd de politiek en de ontwikkelingen in de Republiek.
·         De tegenstellingen leidden tot een ernstig binnenlands conflict tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621), een periode van wapenstilstand met Spanje.
·         Twee partijen tegenover elkaar,  rondom Johan van Oldenbarnevelt, die vrede met Spanje wilde en een partij rondom Maurits die de oorlog voort wilde zetten.

·         De zogenoemde contrademonstranten accepteerden Calvijns predestinatieleer, de andere groep, de remonstranten niet.
·         1618: Van Oldenbarnevelt en de rechtsgeleerde Hugo de Groot op bevel van Maurits gevangen genomen.
·         Oldenbarnevelt werd in 1619 onthoofd.
·         Er kwam een Nationale Synode bijeen waarin de remonstrantse leer werd veroordeeld, tevens besloot de Synode tot een vertaling van de bijbel in het Nederlands, de Statenbijbel.

·         Oorlogshandelingen en vervolgingen werden bezongen in strijdliederen.
·         Joost van den Vondel en P.C. Hooft schreven over historische gebeurtenissen in de Republiek. 

1.3 handel en welvaart
15e en 16e eeuw: Portugezen en Spanjaarden op zoek naar Indie (ontdekkingsreizen).
-> ontdekking Amerika.
De handel overzee kwam op komst en Antwerpen (behorend tot de Nederlanden in Spaanse handen) werd de belangrijkste handelsstad van Noordwest-Europa. De bloeiperiode van Antwerpen duurde tot 1585 want toen viel de stad volledig in Spaanse handen (Val van Antwerpen) -> Antwerpse calvinisten, kunstenaars en rijke kooplieden vertrokken naar de noordelijke Nederlanden (->Amsterdam groeide enorm).

In de Republiek zorgde burgerij voor handel.
1602: oprichting Verenigde Oostindische Compagnie.
De handel stimuleerde nijverheid en industrie. De economie in de Republiek maakte een enorme groei door.

Economische en politieke belangen versterkten elkaar doordat in de 17e eeuw veel leden van het stadsbestuur afkomstig uit handel- en zakenmilieus waren (regentenfamilies). Daaronder stonden de elite van rijke regenten. Gouden Eeuw is eigenlijk alleen van toepassing op deze twee welvarende groepen die zich luxeartikelen konden veroorloven.

2.1 Kennis en wetenschap
Vanaf de 16e eeuw werden wetenschap en kennis van de overmacht van de kerk en theologie.
De vraag naar de methode om ware kennis te funderen werd in de filosofie van de 16e en 17e eeuw op twee manieren beantwoord:
·         empiristen (Bacon en Locke)
-          betrouwbare kennis gebaseerd op zintuiglijke waarneming en ervaring
-          Inductie


·         Rationalisten (Descartes en Spinoza)
-          Kritisch (de ratio) verstand leidt to waarheid
-          Kennis ontstaat daar waar niet aan getwijfeld kan worden

Corpernicus zei dat de zon het middelpunt is waar andere planeten omheen draaien. Dit werd door Glileo Galilei bewezen door middel van waarneming en experimenten.

2.2 Humanisme
Vanaf de 14e eeuw gingen geleerden steeds meer over de mens nadenken -> humanisme ontstaat. Het middeleeuwse theocentrische (op Godgerichte) werd vervangen door antropocentrisch (op mens gericht) wereldbeeld.
In de Duitse landen en in de Nederlanden waren de humanisten ook betrokken bij het debat over misstanden in de kerk en de mogelijkheid tot verberteringen daarvan. Humanisten pleitten daarbij voor:
-          eigen onderzoek
-          betrouwbare bronnen
-          eigen oordelen
-          onafhanekelijke opstelling ten opzichte van de kerkleer.

Beroemde humanist: Rotterdamse Erasmus (1466-1536)

2.3 Renaissance
Renaissance = ''wedergeboorte''
De Renaissance was een poging de klassieke Oudheid in cultuur, kunst en literatuur te doen herleven en na te volgen. Ontstond in Noord- en Midden-Italië (want daar waren veel overblijfselen uit de oudheid)
De Renaissance kwam op gang in de 14e eeuw toen de stadstaten met zelfbestuur door de handel tot bloei waren gekomen.
Sociale basis van de Renaissance:
-          humanisten
-          leden van de heersende klassen
-          kunstenaars

De Renaissance was geen politieke beweging, maar een culturele ontwikkeling, een beweging van geleerde humanisten en kunstenaars.
De drukpers speelde een belangrijke rol.

Architectuur
-          bevorderd door aanwezigheid van klassieke gebouwen in Italië (Pantheon, Colosseum)
-          De Architectura - Vitruvius was goed bewaard gebleven
-          Vitruvius benadrukte symmetrie en proportie (=verhouding)

Schilderkunst
-          Schilders zochten nieuwe vormgevingsmogelijkheden -> Oudheid opnieuw weergeven
-          Lineaire perspectief (= wordt gebruikt voor het perspectiefsysteem dat is ontwikkeld in de Italiaanse renaissance, en waarbij rechthoeken uitlopen in de richting van een, meestal centraal, primair verdwijnpunt.)
-          intellectuele inhoud belangrijk
-          Renaissancekunst was een intellectueel spel voor een elite van kennis
-          raadselachtig
-          voor ingewijden en kenners
-          schutterstuk (=schutterij verichtte functies in het algemene belang van de stad en was daardoor uitdrukking van de verbondenheid van de burgerij met de gemeenschap. Presenteerde zich op groepsportretten als de ruggengraat van de stedelijke samenleving)
-          genrestuk (schilderijen die het dagelijks leven weergeven. Didactische functie (belerend) door foutief gedrag te tonen en te kritiseren


Literatuur
-          aandacht voor klassieke literaire genres (epos, komedie en tragedie)
-          Beroemde werken werden vertaald (translatio) en nagebootst en nagevolgd (imitatio)
-          Schrijven in volkstaal
-          Doel: niet imitatio maar aemulatio (= overtreffen (van de klassieken))
-          bedoeld voor een geschoold elitair publiek dat verwijzingen en spelen met (klassieke) bronnen kan volgen en waarderen
-          Belerend, mythologische toespelingen, taalspel, woordspelingen en dubbelzinnigheden
-          normen en waarden propageren

2.4 Burgerlijke cultuur in de Republiek
Rijke burgers, stadsbesturen en stedelijke instellingen waren de voornaamste opdrachtgevers van schilders, beeldhouwers en architecten.
Ook ontstond er een vrije kunstmarkt: kunst maken zonder opdrachgever voor een breed publiek.
Kunst en literatuur moesten normen en waarden propageren -> gebruik van exempla contraria (Verkeerde Werelden; dus laten zien hoe het niet moet).

2.5 Muziek
-          Kerkelijke muziek:
o   Vierstemmige missen in het Latijn
o   Componist Josquin des Prez (1440-1521)
o   Hervorming > kerkmuziek in protestantse kerken werd in de volkstaal gezongen (Maarten Luther)
-          Wereldlijke muziek:
o   Wereldlijke tekst
o   Levendig ritme

Verandering muziek 16de en 17de eeuw:
-          Composities > overdrachtsgevoel of hartstocht
-          Variatie instrumenten (samenspel)
o   Toets + blaas + snaarinstrumenten

Opera                                                   
-          Ontstaan in Florence (1600)
-          Eerste opera: L’Orfeo van Claudio Monteverdi

Belangrijke componisten in Republiek (Nederland):
-          Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621)
-          Jacob van Eyck (1589-1657)

2.6 Classicisme
17de eeuw classicisme vanuit de Renaissance.
-          Streefde naar geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid
-          Kunst gebaseerd op regels die aan de Klassieke Oudheid waren ontleend
-          Paste bij regenten, rijke, machtige burgers of stadsbestuurders en vorsten
-          Gebouwen: macht, glorie, rijkdom en aanzien uitstralen
o   Vb: Mauritshuis (1644)
o   Stadhuis van Amsterdam (1655)

2de helft 17de eeuw
-          beïnvloedde opvattingen, smaak bij literatuur en schilderkunst
-          1669 oprichting “Nil volentibus arduum” – toneel in Amsterdam

3
Twee tendensen die geleidelijk de literatuur en het literarie leven veranderen vanaf ongeveer 1615:
-          literaire teksten werden steeds meer als het gedrukte werk van een individuele auteur door een drukker/uitgever op de markt gebracht
-          Het opkomen van Renaissanceliteratuur in de Nederlandstalige literatuur

3.1 Schrijvers en publiek
In de republiek was een aantal schrijvers uit de stedelijke elite en de hogere middenklasse van de burgerij.
-          Ze verwoordden het wereldbeeld van deze maatschappelijke groepen waarin vanwege economische en politieke belangen veel waarde werd gehecht aan politieke rust en maatschappelijke orde.
-          Een aantal maakte deel uit van de republiek zoals een drost, secretaris van stadhouder en raadspensionaris.
-          Ook zagen schrijvers zichzelf als volksopvoeders en opinievormers
·         Opvoedkundige functie
·         Kritisch, maar nooit ondermijnend of revolutionair.
·         Verdedigen christelijke en humanistisch levensidealen
·         Benadrukte universele waarheden
-          Literaire werken zelden boven 1000 exemplaren
-          Schrijvers schreven vaak voor een klein publiek, soms zelfs alleen voor hun vriendengroep
Belangrijke namen: PC Hooft en Jacob Cats

3.2 Nederlandse Renaissanceliteratuur
Renaissanceliteratuur was een geleerd spel met o.a. literaire voorbeelden, bronnen en tradities. Om deze literatuur te kunnen begrijpen hadden de dichter en het publiek kennis nodig van de literaire normen en modes. Eén van deze normen en modes is het petrarkisme. De liefde hierin heeft vaste elementen: De liefde van de minnaar blijft onbeantwoord en de geliefde is stereotiep.
De liefde werd beschreven als een ziekte, strijd of een droom. Ook werden er veel paradoxen gebruikt. Het petrarkisme was niet een uiting van persoonlijke gevoelens maar een literair spel.


3.3 Emblematiek
16e eeuw: opkomst emblematiek.
Een embleem (= uitbeelding van een algemene waarheid of les) had een drieledige vorm:
-          motto (opschrift)
-          pictura (afbeelding)
-          subscriptio (bijschrift of uitleg)

Emblematiek paste in de Renaissance  omdat het raadselachtig was: voor het publiek was het de uitdaging om alleen of met anderen de relatie tussen motto en pictura te onraadselen, voordat de subscriptio gelezen werd.

3.4 Didactische verhalen
Didactische verhalen waren ook populair.
-          spannende of ontroerende verhalen (vaak op rijm)
-          morele lessen en algemene waarheden
-          Jacob Cats

3.5 Liederen en liedboeken
Veel teksten in 16e en 17e eeuw waren bedoeld om te zingen (zangcultuur). Tot eind 16e eeuw werden liederen verzameld in liedboeken (anonieme auteurs). Vanaf begin 17e eeuw kwam daar verandering in:
-          grote, royaal uitgevoerde luxeliedboeken
-          één thema: petrarkistische liefde
-          bedoeld voor jeugd
-          Groot Lied-boeck - G.A. Bredero

Bredero's liederen werden na zijn overlijden gepubliceerd in drie verschillende afdelingen:
-          Boertig (komische liederen)
-          Amoreus (liefdesliederen)
-          Aandachtig (religieuze liederen)

Bredero schreef nieuwe teksten op al bestaande melodieën (contrafactuur)

3.6 Sonnet
Sonnet: gedicht van 14 regels met een vastgelegde vorm.
-          ontstaan in 13e eeuw in Italië
-          werd populair door Canzoniere van Petrarca
-          Renaissancedichtvorm bij uitstek
-          werd geschreven door veel dichters (Bredero, Joost van Vondel en Constatijn Huygens)
-          Belangrijkste sonnettendichter: P.C. Hooft

3.7 Ernsig en komisch toneel
Begin van de 17e eeuw had je 2 rederijkerskamers:
·         eglentier (De Oude Kamer)
·         Het Wit Lavendel (Brabantse Kamer) -> kamer van de naar Amsterdam gevluchte zuiderlingen

Samuel Coster richtte in 1617 zijn Nederduytsche Academie op.
-          alternatief bieden voor het traditionele rederijkerstoneel
-          streefde naar op de klassieken gebaseerd toneel in de volkstaal
-          Bredero en Hooft lieten hun nieuwe stukken hier voortaan opvoeren
-          Bouw Amsterdamse Schouwburg in 1637

In renaissancetoneel lag de nadruk op het tonen van bepaald gedrag. Dit modernere toneel functioneerde als spiegel. Personages in de 17e-eeuwse toneelstukken representeerden menselijke (on)deugden.

Toneel had een stedelijke functie.
-          rederijkerskamers voerden hun toneelstukken tegen betaling op -> deel opbrengst liefdadigheidsinstellingen
-          stadsbestuur had sindsdien financieel belang bij het toneel
-          de winsten van de Amsterdamse Schouwburg kwamen vanaf 1637 ten goede aan Amsterdamse sociale instellingen

Toneel had ook een opiniërende functie:
-          schrijvers beschouwden zichzelf als opvoeders en opinievormers
-          hun meningen konden via toneel verspreid worden
-          Deze opvattingen moesten passen binnen de visie en het beleid van het stadsbestuur


In een treurspel/tragedie
·         werd in vijf bedrijven de ondergang van de hooggeplaatste figuren (vorsten of mythologische figuren bijv.) getoond.
·         was het taalgebruik verheven
·         onderwerp ontleend aan Oudheid, geschiedenis of bijbel

In de Republiek kwamen 2 soorten treurspel tot ontwikkeling
·         de retorisch-didactische tragedie
o   Morele les wordt talig (monoloog, discussie, beschouwing) overgebracht
o   Geeraerdt van Velsen - P.C. Hooft
·         Aristotelische tragedie
o   Gebaseerd op toneelwetten dan de Griekse filosoof Aristoteles
o   hoofdpersoon wordt geconfronteerd met een sterk innerlijk conflict; kiest het verkeerde en dat wordt hem catastrofaal
o   de morele les voor het publiek blijkt uit het handelingsverloop
o   Kern: de peripeteia (=beslissende wending of lotswisseling)
o   Lucifer - Joost van den Vondel


Komisch toneel in de 17e eeuw
  • herkenbare typen en ondeugden bespot
  • handelingen dienden een moraliserend en didactisch doel
  • afspelen in het dagelijks leven
  • opvoedende functie
Renaissancekomedie
  • ging terug op de Romeinse komedie
  • Romeinse komedie maakte deel uit in de 16e en 17e eeuw van de lesstof op Latijnse school
  • alledaagse personages met een vaste karaktertrek (ijdel, gierig, hooghartig, babbelziek)
  • onder het lachen de waarheid zeggen (Horatius ''lering en vermaak)
  • vijf bedrijven
  • langer dan een klucht, minder platvloers
  • happy end
  • Warenar (1617) - P.C. Hooft
Warenar is een voorbeeld van het renaissancistische imitatioprincipe; Schrijvers beschouwden het destijds als eervol om beroemde voorbeelden in eigen bewerking te presenteren. De bron voor Warenar is Aulularia van Plautus.

Kluchten
  • Personages zijn vaste voorspelbare figuren die onbeschaafd zijn en ongewenst gedrag vertonen (domme boeren, wellustige mannen, oplichters)
  • door hun eigen hartstochten of door een list en bedrog raken zij het spoor bijster
  • Klucht van de Meulenaer (1613) - G.A. Bredero

EINDE


Geen opmerkingen:

Een reactie posten